NGB Artikel 7 - De volkomenheid van de Heilige Schrift

>> vrijdag 14 juli 2006

Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen bevat en voldoende leert al wat de mens moet geloven om behouden te worden1. Daarin heeft God uitvoerig beschreven op welke wijze wij Hem moeten dienen. Daarom is het de mensen, zelfs al waren het apostelen, niet geoorloofd anders te leren dan ons reeds geleerd is door de Heilige Schrift2; zelfs niet een engel uit de hemel, zoals de apostel Paulus zegt (Gal. 1:8). Het is verboden aan het Woord van God iets toe te voegen of daarvan af te doen3 (Deut. 12:32). Daaruit blijkt duidelijk dat wat daarin geleerd wordt, volmaakt en in alle opzichten volledig is4.
Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig de schrijvers ook geweest zijn, op één lijn stellen met de goddelijke Schriften, ook de gewoonte niet met Gods waarheid — want de waarheid gaat boven alles —; evenmin het grote aantal, de ouderdom, de ononderbroken voortgang in de tijden of de opvolging van personen, of de concilies, decreten of besluiten5. Want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars (Ps. 116:11) en ijdeler dan de ijdelheid zelf.
Daarom verwerpen wij uit de grond van ons hart alles wat met deze onfeilbare regel niet overeenkomt6. Zo hebben de apostelen het ons geleerd: Beproeft de geesten of zij uit God zijn (1 Joh. 4:1). En: Indien iemand tot u komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in uw huis (2 Joh. :10).
Artikel 7 is het laatste in een serie over het Woord van God - de Bijbel. In artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis werd het Woord van God als het ware geïntroduceerd. Vervolgens zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen:
  • Het ontstaan van het Woord van God (art. 3);
  • Welke boeken tot Gods Woord behoren (art. 4);
  • Het gezag van Gods Woord (art. 5);
  • Onderscheid tussen canonieke en apocriefe boeken (art. 6)
En dan nu een artikel over de volkomenheid van de Bijbel.

Dit is een artikel om zorgvuldig te lezen. Neem nu de eerste zin. Er staat niet: 'Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen bevat.' En dan een punt. Nee, er volgt nog wat: '... en voldoende leert al wat de mens moet geloven om behouden te worden'. Dat moet er wel bij. Het gaat om de wil van God voor zover die van belang is voor ons behoud. De Bijbel zegt namelijk: 'De verborgen dingen zijn voor de HERE, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen.' (Deu 29:29) Er zijn dus dingen die God ons niet bekend maakt. Maar dat wat God wél heeft bekendgemaakt is genoeg om ons te redden.

De volkomenheid van Gods Woord houdt in dat het ook een eenheid vormt. Dat blijkt uit deze zin: 'Daarom is het de mensen, zelfs al waren het apostelen, niet geoorloofd anders te leren dan ons reeds geleerd is door de Heilige Schrift.' De Bijbel zelf kan soms tegenstrijdig lijken, maar is dat niet. De héle Bijbel is de toetssteen waarmee dwaalleren ontmaskert kunnen worden. En daarin is de Bijbel dan ook volkomen.

Wat dit artikel zegt over het gelijkstellen van o.m. gewoontes aan Gods waarheid, vind ik best een uitdaging. Dit betekent dat je als kerk toch ook altijd weer kritisch naar je eigen gewoontes en cultuur en traditie moet kijken. Ook al doen we de dingen al jaren op dezelfde manier - het betekent niet dat het daarom goed is.

Misschien is het je al opgevallen: er zit een logische volgorde in de opbouw van deze belijdenis. Alle onderwerpen die nog gaan volgen zijn ontleend aan de Bijbel. Daarom is het goed om eerst vast te stellen dat de Bijbel werkelijk het Woord van God is, dat alleen dat Woord gezag heeft, dat wij alles wat daarin staat geloven, dat wij ons er door willen laten onderwijzen, maar ook dat er dingen zijn die ons niet zijn geopenbaard.

Altijd moeten we weer terug naar Gods Woord.
1
Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust. (2 Tim 3:16-17 Statenvertaling herziening 1977)

Naar deze zaligheid hebben gezocht en gevorst de profeten, die van de voor u bestemde genade geprofeteerd hebben, terwijl zij naspeurden, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus in hen doelde, toen Hij vooraf getuigenis gaf van al het lijden, dat over Christus zou komen, en van al de heerlijkheid daarna. Hun werd geopenbaard, dat zij niet zichzelf, maar u dienden met die dingen, welke u thans verkondigd zijn bij monde van hen, die door de heilige Geest, die van de hemel gezonden is, u het evangelie hebben gebracht, in welke dingen zelfs engelen begeren een blik te slaan. (1 Pet 1:10-12)

2
(het evangelie) waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zó vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof zoudt gekomen zijn. (1 Kor 15:2)

Doe, zoals ik u bij mijn reis naar Macedonië aangeraden heb: blijf nog te Efeze, om sommigen te bevelen geen andere leer te brengen, (1 Tim 1:3)

3
Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de HERE, uw God, onderhoudt, die ik u opleg. (Deu 4:2)

Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt. (Spr 30:6)

Als een getuige, die hulp van God heeft ontvangen tot op deze dag, sta ik dus hier voor klein en groot, zonder iets anders te zeggen dan wat de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zou (Han 26:22)

Dit, broeders, heb ik op mijzelf en Apollos overgebracht om uwentwil, opdat gij uit ons (voorbeeld) zoudt leren niet te gaan boven hetgeen geschreven staat, opdat niet iemand uwer zich vóór de een en tegen de ander opblaze. (1 Kor 4:6)

Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn. (Op 22:18-19)

4
De wet des HEREN is volmaakt,
      zij verkwikt de ziel;
de getuigenis des HEREN is betrouwbaar,
      zij schenkt wijsheid aan de onverstandige.
(Psa 19:8)

Ik noem u niet meer slaven, want de slaaf weet niet, wat zijn heer doet; maar u heb Ik vrienden genoemd, omdat Ik alles, wat Ik van mijn Vader gehoord heb, u heb bekend gemaakt. (Joh 15:15)

Want onvermoeid bestreed hij de Joden in het openbaar en bewees uit de Schriften, dat Jezus de Christus is. (Han 18:28)

want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen. (Han 20:27)

Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden. (Rom 15:4)

5
Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn. Gij verwaarloost het gebod Gods en houdt u aan de overlevering der mensen. En Hij zeide tot hen: Het gebod Gods stelt gij wel fraai buiten werking om úw overlevering in stand te houden. (Mar 7:7-9)

Maar Petrus en Johannes antwoordden en zeiden tot hen: Beslist zelf, of het recht is voor God, meer aan u dan aan God gehoor te geven; (Han 4:19)

Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus (Kol 2:8)

Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zouden zij bij ons gebleven zijn: maar aan hen moest openbaar worden, dat niet allen uit ons zijn. (1 Joh 2:19)

6
Zie, ik heb u inzettingen en verordeningen geleerd, zoals de HERE, mijn God, mij geboden had, opdat gij aldus zoudt doen in het land, dat gij in bezit gaat nemen. Onderhoudt ze dan naarstig, want dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn in de ogen der volken, die bij het horen van al deze inzettingen zullen zeggen: Waarlijk, dit grote volk is een wijze en verstandige natie. (Deu 4:5-6)

Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. (Jes 8:20)

Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. (1 Kor 3:11)

één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen. (Efe 4:4-6)

dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak. (2 Tes 2:2)

Blijf gij echter bij wat u geleerd en toevertrouwd is, wèl bewust van wie gij het hebt geleerd, 15 en dat gij van kindsbeen af de heilige schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus. (2 Tim 3:14-15)
Tenzij anders aangegeven komen alle Bijbelteksten uit de NBG vertaling 1951.

0 reactie(s):

Blogarchief

Recente berichten

Profiel

christen, gereformeerd, man, vader, software engineer

Boekenstapel

  • De Bergrede - D. Martyn Lloyd-Jones
  • De vreugde van God - John Piper
  • God de Vader, God de Zoon (serie geloofsleer, deel 2) - D. Martyn Lloyd-Jones
  • Vechten voor vreugde - John Piper

  Template gebaseerd op © Free Blogger Templates Wild Birds door Ourblogtemplates.com 2008

Terug naar boven