Zalig zijn die treuren

>> woensdag 28 februari 2007

'Treuren' is iets dat noodzakelijkerwijs voorkomt uit 'arm van geest' zijn. Het is gewoon onvermijdelijk. Als ik met God en Zijn heiligheid geconfronteerd word en nadenk over het leven dat ik zou moeten leiden, dan zie ik mezelf, mijn hulpeloosheid, mijn hopeloosheid pas echt. Dan ontdek ik de hoedanigheid van mijn ziel en dat brengt me daadwerkelijk tot treuren. Ik moet treuren omdat ik zo ben. Maar het houdt hier duidelijk niet mee op. De mens die waarlijk zichzelf beziet, en zichzelf en zijn leven onderzoekt, is iemand die onvermijdelijk om zijn zonden treurt, en om de dingen die hij doet. (...) Maar hij kijkt niet alleen naar de dingen die hij gedaan heeft, hij overpeinst en overdenkt ook zijn handelen en zijn staat van zonde, en terwijl hij zichzelf zo onderzoekt moet hij de ervaring die in Romeinen 7 beschreven is ondergaan. (...) En dan ontdekt hij de strijd in zijn leden, en hij haat die en treurt erom. Dat is onvermijdelijk. Nu, dit is geen verbeelding, dit is de ware ervaring en een zeker feit. Het is een zeer grondige test. Als ik bezwaar maak tegen deze leer, dan betekent dit slechts dat ik niet treur en dus niet tot die mensen behoor die, zoals de Heere zegt, gelukzalig zijn. (...)

Maar de ware christen gaat nog verder. De ware christen is iemand die ook treurt over de zonden van anderen. Hij ziet meer dan zijn eigen zonden. Hij ziet hetzelfde ook in anderen. (...) Hij treurt om de zonden van andere mensen. Ja, hij gaat verder; hij treurt zelfs over de toestand in de hele wereld als hij de morele verwarring, het verdriet en het lijden van de wereld ziet, en leest over oorlog en geruchten van oorlog. Hij ziet dat de hele wereld in een ongezonde en ongelukkige staat verkeert. Hij weet dat het alles door de zonde komt; en daarom treurt hij.

Dat is de reden waarom onze Heere Zelf treurde, daarom was Hij 'een Man van smarten, en verzocht in krankheid'; daarom weende Hij bij het graf van Lazarus. Hij zag dit vreselijke, afschuwelijke, vuile, lelijke dat we zonde noemen. De zonde, die tot leven kwam en de dood in de wereld bracht, het leven verstoorde en ongelukkig maakte! Daarom weende Hij; hij kreunde in de geest; en toen Hij zag dat de stad Jeruzalem Hem verwierp en het oordeel over zichzelf bracht, weende hij ook daarom. Hij treurde erover, en Zijn ware navolger, diegene die Zijn natuur heeft aangenomen, doet hetzelfde. (...)

Toch is dit niet het punt waar we halt houden, want dan zou onze beschrijving van de christen niet volledig zijn. In deze Zaligsprekingen geeft onze Heere een allesomvattende verklaring en ze moet ook als zodanig gezien worden. 'Zalig zijn die treuren', zegt Hij, 'want zij zullen vertroost worden'. De man die treurt is werkelijk gelukkig, zegt Christus; dat is de paradox. (...) Als we waarlijk treuren, dan zullen we waarlijk juichen, dan zullen we gelukkig gemaakt worden, en getroost worden. Want als de mens zijn volkomen uitzichtloze situatie inziet, zal de Heilige Geest hem de Heere Jezus Christus als volmaakte voldoening voorstellen. (...) Uw grote leed leidt tot vreugde, en zonder dat leed is er geen vreugde.

Het is echter niet alleen deze onmiddellijke troost die de christen wordt geboden. Er is nog een troost, dat wat we de 'zalige hoop' mogen noemen, door Paulus in Romeinen 8 uiteengezet (...) [De christen] weet dat er een gelukzaligheid komt; hij weet dat de dag zal aanbreken dat Christus zal wederkomen, en de zonde van de aarde zal worden gebannen. Dan zullen er komen 'nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont'. O zalige hoop! 'Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden'. (...)

Dat is de mens die treurt; dat is de christen. Dat is het type van de christen zoals hij in de kerk van de voorbije eeuwen gezien werd, toen de zondeleer werd gepredikt en benadrukt, en de mensen niet alleen aangespoord werden om een plotselinge beslissing te nemen. Een diepgaande zondeleer, een hoog reikende vreugdeleer, en samen brengen zij deze gezegende, gelukkige mens die treurt, en die tegelijkertijd getroost is voort. U kunt dit ervaren door de Schrift te lezen, te onderzoeken en te overpeinzen, God te vragen of Zijn Geest de zonde, en daarna de Heere Jezus Christus in Zijn volmaaktheid, in ons wil openbaren. 'Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden'.

Martyn Lloyd-Jones over Matteüs 5:4

Lees meer...

Zonde, de grootste vijand

>> maandag 26 februari 2007

Het loon van de zonde is de dood
Romeinen 6:23a HSV

Lees meer...

Zalig zijn de armen van geest

>> woensdag 21 februari 2007

Dit is wat bedoeld wordt met 'arm van geest'. Het houdt in een volledig gemis aan hoogmoed of trots, een volledig gemis aan zelfvertrouwen en zelfverzekerdheid. Het betekent weten, dat we voor Gods aangezicht niets zijn. We kunnen dus zelf niets naar voren brengen; er is niets dat we zelf kunnen doen. Er is alleen een overweldigend bewustzijn van onze volslagen nietigheid als we voor Gods aangezicht komen. Dat is 'arm van geest' zijn.

Hoe wordt men dan 'arm van geest'? Het antwoord is dat u het niet bij uzelf moet zoeken, of moet beginnen te trachten dingen zelf te doen. Dat was de hele fout van het kloosterleven. Deze arme mensen zeiden in hun verlangen dit te doen, 'Ik moet me van de gemeenschap afzonderen, ik moet mijn vlees hekelen en moeite lijden, ik moet mijn lichaam verminken'. Nee, nee, hoe meer u dat doet, hoe meer u zich bewust wordt van uzelf en hoe minder 'arm van geest' u wordt. Arm van geest wordt u door op te zien naar God. Lees Zijn Boek over Hem, lees Zijn Wet, kijk naar wat Hij van ons verwacht, overdenk hoe het is voor Hem te staan. Het betekent ook het zien op de Heere Jezus Christus en Hem te zien zoals Hij ons in het Evangelie verschijnt. (...) Zie op naar Hem; en hoe meer we naar Hem zien, des te duidelijker wordt het dat er geen hoop is, in en van onszelf, maar des te armer van geest zullen we worden. Zie naar Hem, blijf naar Hem zien (...) en dan is er niets dat u daartoe doen hoeft. Het wordt gedaan. U kunt niet waarlijk naar Hem zien zonder uw volkomen leegte en armoede te voelen. Dan zult u zeggen:

Niets breng ik als offer, Heer'!
'k Klem me aan 't kruishout meer en meer.
Leeg, zonder hoop, naakt en vuil.
Mar bij Hem is verzoening te vinden
Ja, alles wat ik nodig heb is bij U te vinden,
O, Lam van God, ik kom tot U.

Martyn Lloyd-Jones over Matteüs 5:3

Lees meer...

De Bergrede

Ik heb al eens geschreven over Dr. D. Martyn Lloyd-Jones. Toen noemde ik kort dat ik zijn boek De Bergrede, pastoraal uitgelegd in de kast heb staan. Nu stond dat boek eigenlijk al veel te lang in de kast... Ik ben er weer in aan het lezen geslagen.

Ik heb het boek gekregen als geschenk van de kerkenraad toen ik belijdenis van mijn geloof deed. Als belijdenis catechisant mocht je aan de kerkenraad aangeven wat voor geschenk je wilde. Ik heb toen mijn dominee gezegd dat ik meer wilde leren. Ik had al veel geleerd op catechisatie, maar ik wilde meer. Ik had honger naar meer, om zo te zeggen. Mijn dominee raadde mij toen De Bergrede van Lloyd-Jones aan. En ik heb er geen spijt van gekregen! Dit boek heeft mij kennis laten maken met diepten en hoogten van het geloof waar ik daarvoor niet van had gehoord! Nu gaat Lloyd-Jones dan ook grondig te werk in dit boek: het boek bevat 60 hoofdstukken, en elk hoofdstuk is een preek. Dus Lloyd-Jones heeft over de hoofdstukken 5, 6 en 7 van Matteüs 60 preken gehouden! En wat een rijkdom diept hij op!

Om een paar voorbeeldjes te geven: Hij heeft al drie preken nodig nog voordat hij aan een specifieke tekst uit de Bergrede begint. In de eerste preek behandelt hij vragen als:

  • Waarom moeten we eigenlijk nadenken over de Bergrede? Lloyd-Jones laat zien dat dat nodig is vanwege (1) de oppervlakkigheid in de kerk, en (2) vanwege een verkeerde benadering van de Bijbel met name als het gaat om de verhouding tussen de wet en de genade.
  • Voor wie de Bergrede bedoeld? Wat is het doel en wat is belang ervan? Lloyd-Jones laat verschillende visies op de Bergrede de revue passeren en laat zien dat de Bergrede geldt voor alle christenen, ook van deze tijd. Verder zegt hij 'de Bergrede is niets anders dan een grootse en machtige en volmaakte uitweiding over wat de Heere Zijn "nieuw gebod" noemde.'
  • Waarom zouden we moeten proberen naar de Bergrede te leven? Lloyd-Jones laat zien dat (1) Jezus juist stierf om ons in staat te stellen naar de Bergrede te leven, (2) de Bergrede 'duidelijk de absolute noodzaak van de wedergeboorte, en van het innerlijke werk van de Heilige Geest aantoont', (3) des te meer we leven naar de Bergrede des te meer zegening zullen we ervaren, en (4) leven naar de Bergrede is de beste evangelieprediking: het maakt mensen nieuwsgierig: 'Wat is het geheim achter zo'n levensstijl?' vragen ze zich af.
En dit is dus nog maar de eerste preek over de Bergrede! In de tweede preek gaat hij in op de hoofdlijn van de Bergrede: de Bergrede geeft ons een beschrijving van de echte christen (vers 3-16). Het gaat niet over de natuurlijke mens of natuurlijke eigenschappen! Vers 17-48 gaat over de christen oog in oog met Gods wet. Matteüs 6 gaat over de christen die leeft voor Gods aangezicht. Hoofdstuk 7 beschrijft dan de christen 'die altijd onder Gods oordeel, en in de vreze Gods leeft'. Ook gaat hij in op hoe we de Bergrede moeten interpreteren: hij maakt duidelijk dat 'de Bergrede een karakterbeschrijving geeft en niet een ethische of morele gedragslijn.' Het gaat om de geest en niet om de letter.

Hier zie je dus hoe grondig Lloyd-Jones te werk ging. (Overigens: hij hield deze preken in de jaren 50 van de vorige eeuw). Als je werkelijk eens een boek wilt lezen dat geloofsverrijkend is - naast de Bijbel uiteraard - dan kan ik je dit boek aanraden! Hoewel Lloyd-Jones diep gaat, en analytisch is, is hij nooit en te nimmer saai! Dit boek heeft mij voor een groot deel gevormd. Een aanrader!

Ps. Ik wil de komende tijd zo af en toe eens een citaat van hem weergeven.

Lees meer...

Vechten voor vreugde

>> dinsdag 20 februari 2007

Onlangs heb ik het boek Vechten voor vreugde van John Piper gelezen. John Piper heeft ruim 10 jaar geleden een boek geschreven met de titel Desiring God (in het Nederlands gepubliceerd onder de titel Verlangen naar God). Het boek Vechten voor vreugde heeft in het Engels de titel When I don't desire God. John Piper zelf schrijft in hoofdstuk 1, Waarom ik dit boek heb geschreven:

De wanhopige vraag die mij het meest gesteld is in de afgelopen dertig jaar: Wat kan ik doen? Hoe kan ik degene worden die de Bijbel mij opdraagt te zijn? Deze vraag komt voort uit een pijn in het hart die uitstijgt boven hoop op grote vreugde. Mensen luisteren naar de bijbels argumenten voor christelijk hedonisme, of ze lezen Verlangen naar God, Meditaties van een christenhedonist. Velen worden verleid. Ze zien in dat dat waarheid, schoonheid en waarde van God het beste naar voren komt in levens van christenen die zoveel vreugde ervaren in God dat ze zonder mopperen kunnen lijden in Zijn naam. Maar dan zeggen ze: 'Zo ben ik niet. Ik heb niet die bevrijdende, liefdevolle, stoutmoedige blijdschap in God. Ik verlang meer naar comfort en veiligheid dan naar God.' Velen zeggen dit bevend en in tranen.
Vervolgens gaat Piper dan achtereenvolgens in de volgende hoofdstukken in op wat vreugde in God precies inhoudt: Hij behandelt het verschil en de overeenkomst tussen verlangen en verrukking. Hij laat zien dat we een roeping hebben om te vechten voor vreugde in God en dat vreugde in God een gave is. Daarna gaat hij verder in op de strijd en hoe je die strijd concreet voert door Gods Woord op de juiste manier te hanteren, door het gebed, en door ons te verwonderen over de schepping om ons heen en daar Gods grootheid en heerlijkheid in te ontdekken. Het laatste hoofdstuk heeft als titel Als de duisternis niet verdwijnt, waarin hij op pastorale en bewogen wijze mensen hoop probeert te geven als ze de vreugde in God nog (steeds) niet ervaren.

Ik wil graag iets doorgeven uit hoofdstuk 9, De plaats van het gebed in de strijd voor vreugde. In dat hoofdstuk gaat Piper in op de verhouding tussen gebed en meditatie. Hij laat zien dat gebed en meditatie in de zelfde verhouding tot elkaar staan als Geest en Woord: gebed is ons antwoord aan God in vertrouwen op Zijn Geest; en meditatie is ons antwoord is ons antwoord in vertrouwen op Zijn Woord. Praktisch betekent dit dat het goed is om naast te lezen uit de Bijbel er ook over te bidden, waarbij dat bidden kan overgaan in mediteren. Het is dan ook goed om vooraf aan het Bijbellezen eerst te bidden. Piper gebruikt daarvoor zelf een acroniem van 4 letters: NOVV, wat staat voor: Neig! Open! Verenig! Verzadig! Piper zegt hierover:
Neig! - Het eerste dat mijn ziel nodig heeft is neiging naar God en Zijn Woord. (...) Ik moet God willen leren kennen. Waar komt dat willen vandaan? Dat komt van God. Psalm 119:36 leert ons te bidden: 'Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag.' Het is heel eenvoudig. We vragen God om ons hart te nemen, dat van nature meer geneigd is tot ontbijt en de ochtendkrant, en die neiging te veranderen. We vragen God om verlangens te scheppen die er niet zijn.
Open! - Daarna moeten de ogen van mijn hart geopend worden zodat ik, wanneer ik naar het Woord neig, zie wat er werkelijk staat en niet alleen maar mijn eigen ideeën. Wie opent de ogen van het hart? God. Daarom leert Psalm 119:18 (NBV) ons te bidden: 'Neem de sluier van mijn ogen - dan zal ik zien hoe wonderlijk mooi uw wet is.' (...)
Verenig! - Dan maak ik me zorgen over de slechte dingen in mijn hart. (...) Soms ziet het de wonderlijkheid, soms zegt het: 'Dat is helemaal niet zo geweldig.' Waar ik naar verlang is een hart dat in zijn geheel een vreugdevol Ja! zegt tegen wat God onthult in Zijn Woord. Waar komt die eenheid vandaan? Het komt van God. Psalm 86:11 leert ons te bidden: 'Verenig mijn hart om uw naam te vrezen.' (...)
Verzadig! - Wat ik eigenlijk wil dat het gevolg is van deze ontmoeting met het Woord van God en het werk van Zijn Geest in antwoord op mijn gebeden, is dat mijn hart verzadigd is met God en niet met de wereld. Waar komt die verzadiging vandaan? Die komt van God. Daarom leert Psalm 90:14 ons te bidden: 'Verzadig ons in de morgenstond met uw goedertierenheid, opdat wij jubelen en ons verheugen al onze dagen.'
Duidelijk is: het moet allemaal van God komen, telkens weer. Maar we mogen ook weten: Hij laat een bidder niet staan! Nader tot God en Hij zal tot u naderen (Jakobus 4:8).

Lees meer...

Hartstocht voor God

>> woensdag 14 februari 2007

Al zou de vijgeboom niet bloeien,
      en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn,
de vrucht van de olijfboom teleurstellen;
      al zouden de akkers geen spijs opleveren,
de schapen uit de kooi verdreven zijn
      en er geen runderen in de stallingen zijn,
Nochtans zal ik juichen in de HERE,
      jubelen in de God van mijn heil.
De Here HERE is mijn kracht;
      Hij maakt mijn voeten als die der hinden,
      Hij doet mij treden op mijn hoogten.

Voor de koorleider. Met snarenspel.
Habakuk 3:17-19 NBG

Lees meer...

Hij zal alle tranen afwissen

>> dinsdag 6 februari 2007

En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen,
en de dood zal er niet meer zijn,
ook geen rouw, geween of moeite zal er meer zijn.
Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
Openbaring 21:4 HSV

Lees meer...

Recente berichten

Profiel

christen, gereformeerd, man, vader, software engineer

Boekenstapel

  • De Bergrede - D. Martyn Lloyd-Jones
  • De vreugde van God - John Piper
  • God de Vader, God de Zoon (serie geloofsleer, deel 2) - D. Martyn Lloyd-Jones
  • Vechten voor vreugde - John Piper

  Template gebaseerd op © Free Blogger Templates Wild Birds door Ourblogtemplates.com 2008

Terug naar boven