Een Kind is ons geboren!

>> dinsdag 25 december 2007

Het volk dat in duisternis wandelt,
   zal een groot licht zien.
Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood,
   over hen zal een licht schijnen.
Want een Kind is ons geboren,
   een Zoon is ons gegeven,
en de heerschappij rust
   op Zijn schouder.
En men noemt Zijn Naam
   Wonderlijk, Raadsman,
Sterke God,
   Eeuwige Vader,
Vredevorst.
Jesaja 9:1 en 9:5 HSV
Ook hier gaat het over de tegenstelling tussen duisternis en licht. In Jesaja 9:1 gaat het over een volk dat in het donker leeft, een volk waar de dood zijn schaduw over werpt. Het betreft het gebied van de stammen Nafthali en Zebulon, in het noorden van Israël, het 'Galilea der heidenen'. Nafthali en Zebulon hadden de Kanaänieten daar niet volledig verdreven (Richt. 1:30,33); er zijn dus altijd heidense invloeden gebleven. Ook was het gebied ver verwijderd van de tempel, waar de wet werd onderwezen, het woord van God. Dat woord is volgens Psalm 119:105 'een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad.' Wijk je daar vanaf, ja, dan zul je 'gedreven worden, het donker in' (Jes. 8:22).

Mattheüs laat in zijn Evangelie duidelijk zien dat het licht waar het hier in Jesaja 9 over gaat, Jezus is:
'Hij verliet Nazareth en ging wonen in Kapernaüm, dat aan de zee lag, in het gebied van Zebulon en Nafthali, opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja gesproken werd toen hij zei: Land Zebulon en land Naftali, gebied aan de weg naar de zee en over de Jordaan, Galilea van de heidenen, het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood, is een licht opgegaan. Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen' (Mat. 4:13-17).

Het is tekenend dat Jezus juist daar in die uithoek van Israël begint met de oproep tot bekering. Niet in Jeruzalem, het religieuze centrum, waar de tempel stond, maar in een afgelegen, geminachte streek. Hierin zie je iets van het hart van deze Koning, deze Heerser: 'de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was' (Luk. 19:20). Hij gaat juist het donkerste gebied in, om daar Zijn licht te verspreiden.

Dat licht, dat is ook de aankondiging van het Koninkrijk der hemelen. Dat rijk waar Hijzelf Koning van is geworden toen Hij naar de hemel voer en plaats nam aan de rechterhand van God de Vader. Dat rijk dat er nu al is in je hart, als je gelooft (Luk. 17:21). En dat hier op aarde zal komen als de Vader Jezus' vijanden gemaakt heeft tot een voetbank onder zijn voeten. Daar zal het nooit meer duister worden, 'want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp' (Openb. 21:23).

Want een Kind is ons geboren,

ruim 2000 jaar geleden

een Zoon is ons gegeven,

Hij is de Zoon des Mensen; Hij is de Zoon van God;

en de heerschappij rust op Zijn schouder.

Hij is Koning over alle koningen en Heer over alle heren;

En men noemt Zijn Naam

Hij is uitermate verhoogd en ontving de naam boven alle naam;

Wonderlijk,

Hij is Degene die komen zou, blijkens de vele wonderen die Hij deed;

Raadsman,

Hij is de Wijsheid van God;

Sterke God,

Hij is het Woord dat God was; het Licht dat de duisternis niet heeft gegrepen;

Eeuwige Vader,

Hij is de laatste Adam, Vader en Hoofd van de nieuwe schepping;

Vredevorst.

Hij is onze vrede met God.

The people that walked in darkness have seen a great light; and they that dwell in the land of the shadow of death, upon them hath the light shined.
For unto us a Child is born, unto us a Son is given, and the government shall be upon His shoulder; and His name shall be called: Wonderful, Counsellor, The Mighty God, The Everlasting Father, The Prince of Peace.

Lees meer...

Zie, hier is uw God!

>> dinsdag 18 december 2007

Klim jij op een hoge berg, vreugdebode Sion!,
verhef met kracht je stem,
vreugdebode Jeruzalem,-
verhef die en vrees niet!-
zeg tot de steden van Juda:
zie, hier is uw God!-
Sta op, word verlicht,
want je licht is gekomen:
de glorie van de Ene is over je opgegaan!
Want zie, het duister bedekt wel de aarde
en donkerheid de natiën,-
maar over jou zal de Ene opdagen,
zijn glorie wordt over jou zichtbaar.
Volkeren zullen op weg gaan naar jouw licht,
koningen naar de glans van jouw dageraad.
Jesaja 40:9, 60:1-3 NB
Jesaja wordt soms wel het vijfde evangelie genoemd. Evangelie, dat betekent: blijde boodschap. Precies dat komen we hier in Jesaja 40:9 en 60:1-3 tegen. Het gaat hier over een vreugdebode. Iemand die 'goed nieuws', een 'blijde boodschap' brengt. En deze boodschap moet met kracht klinken en ver reiken. Vandaar dat de vreugdebode wordt opgeroepen op een hoge berg te klimmen. Dit nieuws moet de wereld over. Iedereen moet het horen. Want het gaat hier over iets ontzagwekkends: God zélf is gekomen!

Het is bijzonder om in het evangelie van Lukas 1 en 2 (uit de HSV) te lezen hoe deze profetieën zijn uitgekomen. Je ziet duidelijk de overeenkomsten met wat Jesaja lange tijd daarvoor al heeft mogen zien, bijvoorbeeld:
  • Zacharias zingt dat 'de Opgang uit de hoogte naar ons omgezien heeft, om te verschijnen aan hen die gezeten zijn in duisternis en schaduw van de dood' (Luk. 1:78-79). Woorden die overeenkomen met die uit Jesaja 60:2-3.
  • Jesaja 40:9 zie je terugkomen in Lukas 2:9-10: 'En zie, een engel van de Heere stond bij [de herders] en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd. En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere.' Let erop, dat de engel zegt: 'Wees niet bang! Ik breng verblijdend nieuws.' En even later zien we dat de herders het goede nieuws gaan doorvertellen: 'Toen zij Het gezien hadden, maakten zij overal bekend wat aan hen over dit Kind verteld was' (Luk. 2:17). De steden van Juda kregen het te horen: 'Daar in Bethlehem is de Zaligmaker, de Messias, geboren! God zelf is in het vlees verschenen'.
  • Ook de oude Simeon zingt een lied. Als hij Jezus ziet dan looft hij God met de woorden: 'mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, die U bereid hebt voor de ogen van alle volken, een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken' (Luk. 2:30-31). Net als in Jesaja 60 komen hier de volken in beeld en wordt over Jezus gesproken als 'een licht om de heidenen te verlichten'.
Ja, het is zoals Jezus zelf zegt: 'Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben' (Joh. 8:12). Jezus zegt ook tegen zijn discipelen: 'U bent het licht van de wereld' (Mat. 5:14). Hij zei tegen hen: 'u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde' (Hand. 1:8). Je ziet: het goede nieuws begint in Jeruzalem en het verspreidt zich over Judea en Samaria en uiteindelijk heel de aarde.

Ook jij, als je christen bent, bent licht voor de wereld. Dat ben je niet uit jezelf. Je bent dat alleen door Christus. Paulus bijv. zegt: 'u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere' (Ef. 5:8). Als je beseft dat het nu, in deze tijd, onze opdracht is het licht van Christus te verspreiden en te laten schijnen, dan zie je dat deze teksten uit Jesaja 40 en 60 ons ook nu nog heel wat hebben te zeggen: God wil ook mij gebruiken om zijn licht te verspreiden. En ik besef weer dat er nog zoveel mensen in het diepe donker van de zonde leven. Ik word opgeroepen om als de herders te zijn, om bergen te beklimmen en mijn stem te verheffen en niet bang te zijn, maar het uit te roepen: 'Kom naar het Licht der wereld en volg Hem! Zie, hier is uw God!'
O thou that tellest good tidings to Zion, get thee up into the high mountain. O thou that tellest good tidings to Jerusalem, lift up thy voice with strength, lift it up, be not afraid, say unto the cities of Judah: 'Behold your God!'
Arise, shine, for thy light is come, and the glory of the Lord is risen upon thee. For behold, darkness shall cover the earth, and gross darkness the people. But the Lord shall arise upon thee, and His glory shall be seen upon thee. And the gentiles shall come to thy light, and kings to the brightness of thy rising.

Lees meer...

God met ons

>> dinsdag 11 december 2007

Zie, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem Immanuel noemen; vertaald betekent dat: God met ons.
Mattheüs 1:27 HSV
Sta eens even stil bij de impact van deze tekst op de eerste lezers van het evangelie van Mattheüs. Mattheüs vertelt over Jozef die van plan is Maria te verlaten, omdat hij gemerkt heeft dat ze zwanger is. Maar een engel vertelt hem in een droom dat Maria zwanger is uit de Heilige Geest, en dat ze een Zoon zal baren, en dat Jozef Hem Jezus moet noemen. Mattheüs zegt dan: 'Dit alles is gebeurd opdat vervuld werd wat door de Heere gesproken is, door de profeet', en haalt dan Jesaja 7:14 aan. Uit de context van Jesaja 7:14 blijkt dat het daar gaat over een teken dat God zelf zou geven aan het huis van David, omdat koning Achaz God niet om een teken wilde vragen.

Mattheüs zegt hier dus: God heeft dat teken nú - aan Jozef, zoon van David - gegeven: Maria is zwanger geworden terwijl ze nog maagd is. Zij is dus die maagd en de Zoon die ze zal baren, dat zal Immanuël zijn. En die naam is hier vol betekenis. Deze Zoon zal werkelijk 'God met ons' zijn! Hij is immers ontvangen uit de Heilige Geest! Het gaat hier in deze tekst dus over het grote geheimenis, het mysterie van de godsvrucht: 'God is geopenbaard in het vlees' (1 Tim. 3:16).

Ook in Johannes 1:14 lezen we dat het Woord vlees geworden is. Maar daar staat ook dat Hij 'onder ons heeft gewoond'. We mogen ook vertalen: 'Hij is onder ons zijn tent komen opslaan' (Willibrordvertaling). Zo is met de eerste komst van de Messias een grote stap gezet in de richting van het uiteindelijke doel van 'God met ons', waarvan we lezen in Openbaring 21:3: 'En ik hoorde een luide stem vanuit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn.' God wil bij ons wonen, Hij wil zijn tent bij ons opslaan, Hij wil heel persoonlijk met ons omgaan. Laten we uitzien naar die dag waarop dat ten volle werkelijkheid zal worden en het uitroepen: Kom Heere Jezus!
Behold, a virgin shall conceive, and bear a son and shall call His name: Emmanuel, 'God with us'.

Lees meer...

Hij komt om te zuiveren

>> dinsdag 4 december 2007

Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de HERE der heerscharen. Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van de smelter en als het loog van de blekers. Hij zal zitten, het zilver smeltend en reinigend. Hij zal de zonen van Levi reinigen, Hij zal hen louteren als goud en als zilver, opdat zij de HERE in gerechtigheid offer brengen.
Maleachi 3:1-3 NBG
Dreigende taal. En dat was nodig ook als je Maleachi leest. De HERE komt in hoofdstuk 1 en 2 met verschillende aanklachten die eigenlijk allemaal neerkomen op: 'U veracht Mij, u ontheiligt Mijn Naam.' Er werden kreupele en zieke dieren geofferd. De wet werd niet goed onderwezen. Er was ontrouw in het huwelijk en vermenging met andere godsdiensten. Maleachi zegt: 'U vermoeit de HERE met uw woorden.' Blijkbaar had men allemaal excuses, wilde men het allemaal goedpraten.

Maar dan komt bovenstaande tekst. Net als in Jesaja 40 lezen we over een boodschapper, een heraut, die ervoor moet zorgen dat de weg in orde is. Maar de taal is hier dreigender: ze moeten goed weten dat de Here plotseling zal komen. Hij kan er elk moment zijn. Wees dus voorbereid! Ook de priesters kunnen er niet omheen: de Here zal naar zijn tempel toe gaan. Daar waar op dit moment kreupele en zieke dieren worden geofferd. Waar de priesters verkeerd onderwijs geven over Gods wet. Ook daar moet het nodige aangepakt worden.

En dan klinkt de vraag van Maleachi: Wie zal de dag van zijn komst verdragen? Ja, het volk wist van de beloofde Messias, verlangde naar zijn komst. Maar begrijpen ze wel dat zijn komst ook oordeel betekent? Oordeel voor hen die niet van harte de HERE dienen? De Messias komt namelijk ook om te zuiveren en te beproeven. Hij wil zien of het echt allemaal goud is wat er blinkt. Alle vuilheid en onreinheid zal weggedaan worden, zodat de gewaden schoon zijn en er sprake zal zijn van puur goud en zilver. Er zal ook weer zuiver onderwijs gegeven worden en er zullen rechtvaardige offers gebracht worden. Dat wil zeggen: offers uit liefde gebracht.

Nu kun je bij dat zuiveren denken aan goede en slechte mensen en in de context van het Bijbelboek Maleachi gaat het ook over 'het onderscheid (...) tussen wie God dient, en wie Hem niet dient.' (Mal. 3:18). Maar ik moet hier ook denken aan het onderscheid tussen de oude en de nieuwe mens. Wij mogen belijden dat met Christus onze oude mens is mee-gekruisigd (Rom. 6:6). God rekent niet meer met onze oude mens. Die is voor Hem dood in Christus. Tegelijk is het wel zo dat Jezus zelf door de Heilige Geest met ons bezig is. Namelijk met een zuiveringsproces, een proces van heiliging, van steeds meer gaan lijken op Hem. Dat is soms een pijnlijk proces. Petrus schrijft in zijn eerste brief: 'Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame' (1 Petr. 4:12). Het hoort erbij. Het betekent dat God zelf met je bezig is.

Maar daarin zijn we niet passief. Deze tekst roept ons op om ons voor te bereiden op de komst van de Messias. Elke dag hebben we strijd te voeren tegen ons vlees, onze oude natuur. Die strijd moeten we wel aangaan. Dat betekent soms pijnlijke keuzes maken. Maar bedenk dan Wie het is, die er aankomt: Hij die zelf het zwaarste oordeel heeft gedragen. Een oordeel dat eigenlijk jijzelf had moeten dragen. Ja, wie zal de dag van zijn komst verdragen? Zij die in Christus Jezus zijn. In Hem ben je veilig!
The Lord, whom ye seek, shall suddenly come to His temple, ev’n the messenger of the covenant, whom ye delight in: Behold, He shall come, saith the Lord of Hosts.
But who may abide the day of His coming, and who shall stand when He appeareth?
For He is like a refiner’s fire. And He shall purify the sons of Levi, that they may offer unto the Lord an offering in righteousness.

Lees meer...

  Template gebaseerd op © Free Blogger Templates Wild Birds door Ourblogtemplates.com 2008

Terug naar boven