Mijn hoop

U bent heilig
en rechtvaardig
en wie U eren, zien
uw aangezicht.
Ik richt mijn oog
naar U omhoog
en zie uw majesteit,
uw heerlijkheid
en heel mijn ziel
aanbidt U.

Mijn hoop is in de naam van de Heer.
Heer, U bent mijn kracht
en U bent mijn lied.
Mijn hulp is in de naam van de Heer
en uw grote trouw
blijft voor eeuwig.

Opwekking nr. 634

Welzalig is hij die de God van Jakob als zijn Helper heeft,
die zijn verwachting stelt op de HEERE, zijn God,
Die de hemel en de aarde gemaakt heeft,
de zee en al wat daarin is;
Die trouw blijft tot in eeuwigheid
Psalm 146:5-6 HSV

Lees meer...

Nieuwe kleuren

Zo, ik heb weer wat lopen sleutelen aan mijn weblog. Met al dat mooie weer en de zomer in aantocht, vond ik het tijd voor wat frissere kleuren.

Lees meer...

Hoop in verdrukkingen

Wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding bewerkt, en de volharding beproefdheid en de beproefdheid hoop. En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.
Romeinen 5:3-5 HSV

Lees meer...

Enkel vreugde

Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in velerlei beproevingen terechtkomt, want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding uitwerkt. Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en volkomen, en in niets tekortschiet.
Jakobus 1:2-4 HSV

Lees meer...

Enjoying God Ministries

Kortgeleden schreef John Piper op zijn blog over Enjoying God Ministries van Sam Storms. Ik heb daar eens wat rondgesnuffeld en wat ik er zo gelezen heb doet me goed. Ook Sam Storms is gegrepen door het zogenaamde christen-hedonisme. Misschien frons je de wenkbrauwen bij het lezen van dat woord. Hedonisme en christen-zijn, gaat dat wel samen? Zowel Sam Storms als John Piper leggen graag uit wat ze met die term bedoelen. John Piper zegt het zo:

God is most glorified in us when we are most satisfied in him.

Sam Storms zegt er onder meer het volgende over:

There was a time when I thought the verb “enjoy” and the noun “God” should never be used in the same sentence. I could understand “fearing” God and “obeying” God, even “loving” God. But “enjoying” God struck me as inconsistent with the biblical mandate both to glorify God, on the one hand, and deny myself, on the other. How could I be committed above all else to seeking God’s glory if I were concerned about my own joy? My gladness and God’s glory seemed to cancel each other out. I had to choose between one or the other, but embracing them both struck me as out of the question. Worse still, enjoying God sounded a bit too lighthearted, almost casual, perhaps even flippant, and I knew that Christianity was serious business.

Then I read Jonathan Edwards (1703-58). (...)

En dan citeert hij Jonathan Edwards, niet om Edwards zelf, maar omdat Edwards hem liet zien dat de Bijbel het eren van God en het genieten van God niet tegenover elkaar plaatst, maar dat ze juist samenkomen:

Edwards’ point is that passionate and joyful admiration of God, and not merely intellectual apprehension, is the aim of our existence. If God is to be supremely glorified in us it’s critically essential that we be supremely glad in him and in what he has done for us in Jesus.

Als je meer wilt lezen van zowel John Piper als Sam Storms over christen-hedonisme klik dan op onderstaande links:

• We want you to be a christian-hedonist!
• What is christian hedonism?

Lees meer...

De kracht van de opstanding

Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven; en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?
(Johannes 11:25-26 Herziene Statenvertaling)

Naar de Geest van heiligheid is Hij, door zijn opstanding uit de doden, krachtig bevestigd als Gods Zoon - Jezus Christus, onze Here.
(Romeinen 1:4 Eigen herziening Nieuwe Vertaling 1951)

Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in zijn grote barmhartigheid herboren liet worden tot een leven van hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, tot een onvergankelijke, onbederfelijke en onaantastbare erfenis, die voor u is weggelegd in de hemel.
(1 Petrus 1:3-4 Willibrordvertaling 1995)

Als tegenbeeld daarvan
redt nu een onderdompeling ook u;
die is niet
een aflegging van vuil dat op vlees zit,
maar een bede tot God
om een goed geweten,
door de opstanding van Jezus Christus,
die aan de rechterhand van God is,
heengegaan ten hemel;
aan hem onderschikken zich
engelen en machten en krachten.
(1 Petrus 3:21-22 Naardense Bijbel)

(...) Jezus, onze Here, (...) is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging.
(Romeinen 4:24-25 Nieuwe Vertaling 1951)

Wie is het die veroordeelt?
Christus Jezus, die gestorven is,
wat meer is: opgewekt,-
die is ter rechterhand van God,
die ook voor ons pleit?
(Romeinen 8:34 Naardense Bijbel)

Lees meer...

De kracht van het kruis

Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid, maar voor hen die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, Gods kracht en Gods wijsheid. (1 Korintiërs 1:23-24)

Wat mij betreft: ik denk er niet aan mij op iets anders te beroemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld gekruisigd ben. (Galaten 6:14)

Nu echter bent u die eertijds veraf was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, Hij die de twee werelden één gemaakt heeft, en de scheidsmuur heeft neergehaald, door in zijn vlees de vijandschap, de wet met haar geboden en verordeningen, te vernietigen. Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit die twee één nieuwe mens te scheppen, en beiden in één lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood. (Efeze 2:14-16)

Hij heeft de oorkonde met al haar bepalingen, die in ons nadeel was en tegen ons getuigde, verscheurd. Hij heeft haar uit ons midden weggenomen en aan het kruis genageld. Hij heeft de heerschappijen en de machten ontwapend, hen openlijk aan de kaak gesteld en over hen getriomfeerd door het kruis. (Kolossenzen 2:14-15)

Kijk naar Jezus, de leidsman en voltooier van ons geloof. Omwille van de vreugde die voor Hem in het verschiet lag, heeft Hij een kruis op zich genomen en de schande niet geteld: nu zit Hij aan de rechterkant van Gods troon. (Hebreeën 12:2)

Teksten overgenomen uit de Willibrordvertaling 1995

Lees meer...

Net zo verderfelijk

Zij die zich willen verrijken, komen in verleiding en raken verstrikt in allerlei dwaze en kwalijke begeerten, die een mens in verderf en ondergang storten.
(1 Timotheüs 6:9 Willibrordvertaling)

Ik herinner me een paginagrote advertentie waarin reclame werd gemaakt voor een populaire bureaustoel. Het was een afbeelding van een man in een kantoor dat helemaal van pluche was. De kop ervan luidde als volgt: 'Zijn kostuums zijn op maat gemaakt. Zijn horloge is van massief goud. Zijn bureaustoel is een 'X'.' Onder de afbeelding van de man stond een citaat:

Ik heb hard gewerkt en het is me voor de wind gegaan: mijn zaken lopen prima. Ik wil dat mijn kantoor mijn succes weerspiegelt en volgens mij is dat ook zo. Ik heb een stoel van 'X' uitgekozen. Die past bij mijn image. Als je dat niet kunt zeggen van je bureaustoel, wordt het dan niet eens tijd om ook in een 'X' te gaan zitten? Je hebt tenslotte lang genoeg zonder gezeten.

De filosofie van de weelde in dit soort advertenties zit ongeveer zo in elkaar: als je het verdient, moet je wel gek zijn om jezelf geen uiterlijke weelde te gunnen. Als 1 Timotheüs 6:9 klopt en je met je verlangen naar rijkdom in de valstrik van de satan trapt en ten onder gaat in de hel, dan is deze advertentie, waarin dat verlangen uitgebuit en gepromoot wordt, net zo verderfelijk als alles wat dagelijks te lezen staat in seksadvertenties in de grotere kranten.

John Piper in Verlangen naar God, hoofdstuk 7 - Geld, blz. 182.

Lees meer...

Hoe dien je de Mammon?

God dienen. Wat houdt dat eigenlijk in? John Piper legt dit in zijn boek Verlangen naar God uit in het hoofdstuk over het Gebed. Hij zegt onder meer:

We moeten niet voor God werken, want dat is levensgevaarlijk. 'Degene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. Doch degene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.' (Romeinen 4:4-5) (...) We moeten ook niet denken dat er na de rechtvaardiging alsnog een opgave ligt te wachten en dat we bij God in loondienst komen: 'Hebt gij de Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs? Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met de Geest begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees?' (Galaten 3:2-3). God is Degene die aan het werk is in onze rechtvaardiging en Hij is dat ook in onze heiliging.

Moeten we Christus dan niet dienen? Dat is toch een gebod: 'Dient de Heere' (Romeinen 12:11)? Degenen die Christus niet dienen worden berispt (16:18). Ja, wij moeten Hem dienen. Maar we moeten oppassen dat we niet dienen alsof er nog iets aan Hem ontbreekt en alsof wij onmisbaar zijn.

John Piper legt dan uit dat echt dienen ontvangen betekent. Ontvangen van Gods genade. Vervolgens laat hij zien aan de hand van Mattheüs 6:24 hoe wij God op de juiste wijze kunnen dienen:

In Mattheüs 6:24 staat nog een aanwijzing om God op de juiste wijze te kunnen dienen: 'Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal de een haten en de andere liefhebben, of hij zal de een aanhangen en de anderen verachten; gij kunt niet God dienen en de Mammon.' Hoe dien je de Mammon? Je verleent hem geen bijstand. Je maakt hem niet rijker. Je schenkt hem ook niets. Hoe dien je de geldgod dan?
Geld heeft een bepaalde invloed op mensen, omdat het veel geluk in het vooruitzicht lijkt te stellen. Het fluistert verleidelijk: 'Denk en doe dingen waardoor je van mijn weldaden kunt genieten. Het maakt niet uit of je steelt, leent of werkt.' Geld betekent geluk en omdat we dat geloven en daarnaar handelen, dienen we ons geld. Wij dienen ons geld dus niet door onze kracht eraan beschikbaar te stellen en zo het goede te zoeken voor ons geld. We dienen ons geld door al het mogelijke te doen om de kracht van ons geld beschikbaar te krijgen en zo het goede te zoeken voor onszelf.
In Mattheüs 6:24 gaat het ook om dit soort dienst, maar dan aan God, want Jezus heeft niet voor niets die twee naast elkaar geplaatst: 'je kunt niet God en geld dienen'. Als we God dus willen dienen en niet ons geld, dan moeten we onze ogen openen voor Gods belofte van geluk, die alle andere beloften overtreft. Dan oefent God meer invloed op ons uit dan ons geld.
En zo dienen we God, door te geloven in zijn belofte van volkomen blijdschap en daarnaar te handelen. We dienen God niet door onze kracht aan Hem beschikbaar te stellen en zo het goede voor Hem te zoeken, maar door al het mogelijke te doen om zijn kracht voor altijd beschikbaar te krijgen en zo het goede te zoeken voor onszelf. We mogen vast geloven dat God zijn kracht beschikbaar stelt door gebed: 'Vraag en je zult ontvangen'! Wij dienen dus door de kracht van het gebed en door de hoop op Gods heerlijkheid.
Ongetwijfeld vereist ook deze vorm van dienst gehoorzaamheid. Een patiënt die vertrouwt op het recept van zijn dokter, gaat met dat recept aan de slag. Een herstellende zondaar vertrouwt op de lastige aanwijzingen van zijn therapeut en volgt die op. Alleen op die manier worden wij beter, dankzij de medicijnen die de goddelijke Geneesheer ons aanbiedt. In alle gehoorzaamheid zijn wij hulpbehoevend. God is altijd de Gever. Want de Gever krijgt de eer.

Lees meer...

Verlangen naar God

Sinds een paar weken heb ik het boek Verlangen naar God (Desiring God in het engels) van John Piper in huis. In dit boek legt hij uit wat hij verstaat onder het begrip christen-hedonisme. Heel kort komt het hier op neer: wij verheerlijken God door van Hem te genieten. Dat werkt John Piper op verschillende manieren uit. Aan de hand van allerlei bijbelteksten laat hij zien dat dit werkelijk is wat de Bijbel leert. Wij hebben echter onder invloed van een aantal filosofen, zoals Emanuël Kant, geleerd dat echte liefde volledig belangeloos is. John Piper is het daar niet mee eens. Hij wijst onder meer op Jezus zelf. 'Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht' (Hebreeën 12:2 HSV). John Piper legt dan ook wat echte liefde is. Hij zegt: 'Liefde is overvloeiende blijdschap in God'. Die blijdschap is ons deel, daar mogen wij ook naar verlangen. Maar tegelijk werkt de liefde zo, dat wij graag willen dat anderen in die blijdschap delen. Piper zegt het als volgt:

Liefde is overvloeiende blijdschap in God waardoor we anderen helpen. Van dat overstromen worden we ons meer bewust wanneer we verlangen naar blijdschap in de blijdschap van anderen. Onze blijdschap in God wordt verdubbeld wanneer zij overvloeit naar anderen. Als blijdschap in God niet ons uiteindelijke doel zou zijn, dan zouden we afgoden vereren en zouden we anderen nooit kunnen helpen. Daarom is het verlangen naar vreugde een onmisbaar motief bij iedere goede daad. En wie probeert los te komen van het verlangen naar volkomen en eeuwige vreugde, kan niet van anderen houden en kan ook niet van God houden.

Let wel: Piper bedoelt hier met vreugde uiteindelijk dus niets anders dan vreugde in God zelf! Vreugde in de Gever, en niet in zijn gaven. Als je dan ook bedenkt dat God verheerlijkt wordt door onze blijdschap in Hem, en als die blijdschap zo overvloeit dat wij anderen willen laten delen in die blijdschap en anderen vinden ook die vreugde, dan wordt God des te meer geëerd!

Ik vind dit een enorme les: leren blij te zijn in de blijdschap van anderen, omdat zo onze God wordt verheerlijkt. Ik merk dat dat bij mij niet vanzelf gaat. Dat betekent dus dat ik op dat punt teveel op mij zelf gericht ben. John Piper zou het echter zo zeggen: Je verlangt nog veel te weinig naar echte blijdschap, blijdschap in God namelijk!

NB. Het boek Verlangen naar God is ook in het engels online te lezen.

Lees meer...