De Bijbel over blijdschap en vreugde

>> maandag 29 mei 2006

Paulus' inspanning voor de vreugde van anderen
Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop overvloedig zal zijn door de kracht van de heilige Geest.

Romeinen 15:13 NBV

Niet dat wij heersen over uw geloof, maar wij zijn medewerkers aan uw blijdschap; want door het geloof staat u.
2 Korinthe 1:24 Telos NT vertaling

En dit vertrouw en weet ik dat ik zal blijven leven en bij u allen zal blijven tot uw bevordering en blijdschap van het geloof.
Filippenzen 1:25 Herziene Statenvertaling

Voortdurende en onuitsprekelijke vreugde
Verheugt u altijd.
1 Thessalonicensen 5:16 Naardense Bijbel

Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem lief; hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich in Hem met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde.
1 Petrus 1:8 Telos NT vertaling

Verblijd je in de Heer, altijd
Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u.
Filippenzen 4:4 Herziene Statenvertaling

Ezra zei tegen hen: ‘Maak een feestmaal klaar met lekker eten en drinken, en deel ervan uit aan wie niets heeft, want deze dag is gewijd aan onze Heer. Wees niet bedroefd, want de vreugde die de HEER u geeft, is uw kracht.’
Nehemia 8:10 NBV

De HEERE is mijn sterkte en mijn schild;
         op Hem heeft mijn hart vertrouwd
                  en ik ben geholpen;
daarom springt mijn hart op van vreugde
         en zal ik Hem met mijn gezang loven.
Psalm 28:7 Herziene Statenvertaling

Israël verheuge zich in zijn Maker,
         laten de kinderen Sions juichen over hun Koning;
Psalm 149:2 NBG

Een vrolijk hart bevordert de genezing,
         maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren.
Spreuken 17:22 NBG

Vol vreugde zullen jullie water putten
uit de bron van de redding.
Jesaja 12:3 NBV

Woestijn en dorre vlakte
zullen zich verblijden,-
de steppe zal juichen en bloeien,
         als een roos
bloeien en bloeien, en juichen,
ja met gejuich en gejubel;
de glorie van de Libanon
         zal haar worden gegeven,
de luister van de Karmel en de Sjaron;
zij zullen zien de glorie van de Ene,
         de luister van onze God!
Jesaja 35:1-4 Naardense Bijbel

Vol verrukking ben ik, verrukt om de Heer,
mijn ziel juicht om mijn God,
want hij bekleedt mij met gewaden van heil,
in een mantel van gerechtigheid hult hij mij;
als een bruidegom,
         een priester in zijn luister,
als een bruid
         die zich siert in haar bruidstooi.
Jesaja 61:10 Naardense Bijbel

En u, kinderen van Sion,
jubel en verheug u om de HEER uw God,
want Hij geeft u de leraar der gerechtigheid
en laat de regen voor u neerkomen;
herfstregen en voorjaarsregen, zoals voorheen.
Joël 2:23 Willibrordvertaling

Vreugde en blijdschap door verdrukkingen heen
Maar wij maken u bekend, broeders, de genade van God die in de gemeenten van Macedonie gegeven is, dat onder veel beproeving van verdrukking de overvloed van hun blijdschap en hun diepe armoede overvloedig zijn geweest in de rijkdom van hun liefdadigheid.
2 Korinthe 8:2 Telos NT Vertaling

Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.
Matteüs 5:11-12 NBV

De apostelen verlieten het Sanhedrin, verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus.
Handelingen 5:41 NBV

Acht het een en al verheuging,
broeders-en-zusters van mij,
wanneer ge in velerlei verzoekingen valt
Jakobus 1:2 Naardense Bijbel

Geliefden, kijk niet vreemd op van de hitte van de verdrukking onder u, die tot uw beproeving dient, alsof u iets vreemds overkwam. Maar verblijd u naar de mate waarin u gemeenschap hebt aan al het lijden van Christus, opdat u zich ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid mag verblijden en verheugen.
1 Petrus 4:12-13 Herziene Statenvertaling

Lees meer...

Opdat uw blijdschap vervuld worde

Is het je wel eens opgevallen hoe vaak het in de Bijbel gaat over blijdschap en vreugde? Ja, dat het een verlangen van Jezus zelf was dat zijn blijdschap in ons zou blijven?

Vanmorgen las ik uit het boekje Blijf in Christus van Andrew Murray hoofdstuk 25 dat de titel heeft: Opdat uw blijdschap vervuld worde. Dit hele boekje gaat over het blijven in Christus op basis van Johannes 15:1-11, waar het gaat over de Ware Wijnstok. In hoofdstuk 25 gaat het dan om vers 11, dat in de Statenvertaling als volgt luidt:

Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde. (Johannes 15:11 SV)
Bij het lezen van dit hoofdstukje troffen mij de volgende opmerkingen van Andrew Murray, die ik graag met jullie wil delen:
Evenals overal op aarde vrolijkheid verbonden is met de wijnstok en zijn vruchten, zo is vreugde een essentiële trek van het leven van de gelovige die volkomen in Christus, de hemelse wijnstok woont.
Er is geen bewijs van de realiteit van Gods liefde en zegen die Hij schenkt, waarvan de mensen zo spoedig de kracht voelen, als wanneer de vreugde van God alle beproevingen van het leven overwint. En voor het welzijn van de christen zelf is blijdschap al even onmisbaar: de vreugde van de Here is zijn kracht.
Vervolgens gaat hij dieper in op de tekst uit Johannes 15:11:
Laten wij luisteren naar wat de Heiland zegt over de blijdschap van het wonen in Hem. Hij belooft ons zijn eigen blijdschap: 'Mijn blijdschap'. (...) dit [is] de blijdschap van zijn opstandingsleven. (...) 'Ik zal u wederzien, en uw hart zal zich verblijden en niemand ontneemt u uw blijdschap' (Joh. 16:22). Niet eerder dan bij de glorievolle opstanding begon de macht van het leven dat nimmer verandert, en pas in de opstanding kon de nimmer eindigende vreugde beginnen. Hiermee werd het woord vervuld: 'Daarom heeft uw God uw gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen' (Ps. 45:8). Jezus' kroondag was de dag waarin zijn hart zich verblijdde. Die blijdschap van Hem was de blijdschap van het werk ten volle en voor altijd volbracht, de vreugde van de herkregen plaats aan het hart van de Vader, en de vreugde van de geredde zielen. Dit zijn de elementen van zijn blijdschap; hiervan maakt het blijven in Hem ons deelgenoten.
En vervolgens spreekt Hij van deze blijdschap als blijvend - een blijdschap die nooit zal ophouden of ook maar voor een ogenblik onderbroken zal worden: 'opdat mijn blijdschap in u blijve'. 'Niemand zal uw blijdschap van u nemen'.
[Paulus] verstond de paradox van het christelijk leven als de kombinatie, op een en hetzelfde moment, van al de bitterheid van de aarde en al de vreugde van de hemel. 'Als bedroefd, maar altijd blijde' (2 Cor 6:10).
Er is maar één voorwaarde: de tegenwoordigheid van Jezus: 'Ik zal u wederzien en uw hart zal zich verblijden en niemand ontneemt u uw blijdschap' (Joh. 16:22).
En deze blijdschap die in ons blijft, wil Hij vol hebben. In de laatste nacht sprak onze Heiland drie keer over de vervulde blijdschap.
Naast de tekst uit Johannes 15:11 wordt de vervulde blijdschap verbonden aan het verhoorde gebed: 'Bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij' (Joh. 16:24). Vervolgens noemt Jezus dit ook het hogepriesterlijk gebed uit Johannes 17: 'Ik spreek dit opdat zij ten volle mijn blijdschap in zichzelf mogen hebben' (Joh. 17:13).
Aan het eind van de gelijkenis van de Wijnstok voegt Hij er deze waardevolle woorden aan toe: 'Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde'. Maak aanspraak op de blijdschap als deel van het rankleven - niet het eerste of belangrijkste deel, maar als het heerlijke bewijs van de toereikendheid van Christus om ieder behoefte van de ziel te bevredigen. Wees gelukkig. Kweek blijdschap.
Het is onmogelijk Hem geheel en van harte te ontvangen en zijn blijdschap niet eveneens te krijgen. Daarom: 'Verblijd u in de Here te allen tijde; wederom zeg ik u: verblijd u'.

Lees meer...

Martyn Lloyd-Jones

>> maandag 22 mei 2006

Ik mag graag boeken van Martyn Lloyd-Jones lezen. In mijn boekenkast staan: De Bergrede, pastoraal uitgelegd, de delen God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, uit de serie Geloofsleer, Onuitsprekelijke vreugde, over het werk van de Heilige Geest, en tenslotte God's ultimate purpose, (ja in het engels!) over Efeze 1.

Wat mij zo aanspreekt in zijn boeken is dat bij hem het één niet ten koste gaat van het ander. Hij is analytisch, maar nooit stoffig. Hij gaat diep, maar hij blijft je meenemen en de lijn van zijn verhaal blijft helder. Hij hamert op kennis van de dogma's, maar benadrukt tegelijkertijd dat die kennis alleen waarde heeft als je daardoor God beter leert kennen. In God de Vader, God de Zoon uit de serie Geloofsleer, waarin hij allerlei dogma's behandeld, legt hij uit wat zijn doel is met het bestuderen van de dogma's:

Ik heb echter nog een dieperliggende reden om deze dogma's met u te bestuderen. Uiteindelijk is dit de enige manier om God werkelijk te kennen, om in Zijn heerlijke nabijheid te komen en iets te ontdekken van de geweldige werken die Hij met het oog op ons heeft gedaan. Laten we het lezen en bestuderen van de Bijbel vooral volhouden, maar niet verdwalen in de details. Laten we de geweldige, machtige bergtoppen van de dogma's ontwaren en ons dan realiseren Wie God is, en wat Hij in de persoon van Zijn Geliefde Zoon voor ons heeft gedaan, ondanks onze zonden.
Dit is het doel dat ik voor ogen heb. Ik doe dit alles niet om u te voorzien van intellectuele kennis of informatie die u nog niet had. God verhoede dat ik dat zou proberen, of dat ook maar iemand onze onderneming op die manier zou bekijken. (...) We houden ons bezig met God, opdat we Hem leren kennen. Het is aanbidding. Elke bestudering van de Bijbel is aanbidding.
John Piper omschrijft Lloyd-Jones in een korte biografie als volgt:
From the beginning to the end the life of Martyn Lloyd-Jones was a cry for depth in two areas—depth in Biblical doctrine and depth in vital spiritual experience. Light and heat. Logic and fire. Word and Spirit. Again and again he would be fighting on two fronts: on the one hand against dead, formal, institutional intellectualism, and on the other hand against superficial, glib, entertainment-oriented, man-centered emotionalism. He saw the world in a desperate condition without Christ and without hope; and a church with no power to change it. One wing of the church was straining out intellectual gnats and the other was swallowing the camels of evangelical compromise or careless charismatic teaching (...) For Lloyd-Jones the only hope was historic, God-centered revival.
Een ander mooi artikel over Lloyd-Jones kun je vinden op http://www.whitefield.nl/index.html van de George Whitefield Stichting. (Tussen twee haakjes: deze stichting heeft volgens hun website 'als doel het stimuleren van de studie van het puritanisme en de daaruit voortgekomen opwekkingsbewegingen. We willen de rijke lessen daarvan toepassen op de actuele situatie van de christelijke gemeente in de 21e eeuw.' Als je daar - net als ik - in bent geïnteresseerd, dan moet je daar zeker eens gaan struinen!) In dat artikel wordt over Lloyd-Jones onder meer het volgende gezegd:
Het gezag van de Bijbel zelf, het Woord van God, was voor Martyn Lloyd-Jones altijd doorslaggevend. Dit was kenmerkend voor heel zijn bediening: terwijl hij veelvuldig putte uit de rijke tradities van de Reformatie, de Puriteinen en de grote opwekkingen, heeft bij Martyn Lloyd-Jones de Bijbel zelf altijd het laatste woord. Sola Scriptura! De Schrift alleen! Alleen de Schrift, de Bijbel erkende hij als gezaghebbend in zaken van leer en leven.
Hij laat zich niet opsluiten in een bepaald theologisch systeem. Iedere redenering, iedere theologische opvatting ging bij hem op de snijtafel van een uiterst grondige, door en door schriftuurlijke bijbeluitleg. Lloyd-Jones moest niets hebben van oppervlakkigheid.
Ondanks zijn enorme kennis van zaken is Lloyd-Jones' prediking nooit ingewikkeld of moeilijk te volgen. Het is kraakhelder, doorzichtig, verrijkend om te lezen en altijd is daar die solide diepgang. Heel geregeld snijdt Lloyd-Jones pastorale thema's aan in zijn prediking. Het boek Spiritual Depression is daarvan een schoolvoorbeeld. Maar nooit komt hij aandragen met goedkope, clichématige oplossingen. Het is alles zeer goed gefundeerd. Zijn prediking geeft je vanuit Gods Woord, vanuit Christus en zijn verzoeningswerk, een stevig, bijbels fundament voor het leven van alledag.
Als je zijn boeken nog niet kent... Ik kan je zeker aanraden eens een boek van hem te lezen!

Lees meer...

Bedankt!

>> woensdag 17 mei 2006

Er zijn twee aanleidingen waarom ik dit stukje schrijf: In de eerste plaats het logboek van ds. Ron van der Spoel dat vanmorgen in het ND stond. In de tweede plaats de overdenking van ds. Jos Douma die vandaag te vinden is op www.tijdmetjezus.nl, met de titel Liefde is een werkwoord. Jos Douma schrijft onder meer:

Het waarachtige kennen van God in Christus gaat gepaard met het waarachtige liefhebben. Aan wie ga jij vandaag concreet laten merken dat je hem of haar liefhebt? Verricht een liefdevolle daad. Zeg iets liefdevols. Spreek de taal van Gods liefde.
Ds. Ron van der Spoel schrijft wekelijks een logboek in het ND nu hij twee maanden in Grand Rapids, in de VS, verblijft. Vanmorgen schreef hij over de zgn. thank-you cultuur waarmee hij daar in Grand Rapids geconfronteerd wordt. Hij schrijft bijvoorbeeld:
Overdreven? Voor ons, nuchtere Nederlanders, misschien wel, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het een positieve invloed heeft. Nu ik hier m'n best doe ook 'dank je wel' te zeggen, merk ik hoe je daarmee niet alleen een ander een plezier doet, maar ook hoe dat je eigen gemoedstoestand positief beïnvloedt. Het zorgt ervoor dat je niet alles als vanzelfsprekend beschouwt, dat je mensen serieus neemt, ook de caissière, de busschauffeur of de krantenjongen. Het mooiste is dat je al bedankend mensen inderdaad meer gaat waarderen. Het dank-je-wel-zeggen maakt je zelf ook echt een dankbaar mens.
Toen ik dat vanmorgen zo las, dacht ik: Hij heeft gelijk! Hoe vaak bedank ik nou anderen? Dat is echt iets wat ik moet leren.

Ron van der Spoel eindigt zijn logboek als volgt:
Laten we het gewoon eens uitproberen met elkaar, in het gezin, in de klas, op je werk en ook in de kerk. Bedank hem eens voor wat hij doet, al is het iets heel gewoons. Geef haar een compliment, juist voor iets wat vanzelfsprekend lijkt. Je zult merken dat dan niet alleen de ander, maar ook jijzelf vrolijk wordt. Een van de kortste en krachtigste opdrachten in de Bijbel luidt: Weest dankbaar!

O ja, bijna vergeten ... bedankt voor het lezen van deze column.
Ik wil - mede aangespoord door Jos Douma - Ron hierin graag volgen.
Dus beste lezers, bedankt voor het lezen van deze weblog!

Lees meer...

volgeling is ouderling

>> maandag 15 mei 2006

Gisteren ben ik met nog 2 anderen in onze gemeente bevestigd als ouderling. Ook werden er 2 diakenen bevestigd. Het was een mooie, bemoedigende dienst. Onze predikant had als tekst psalm 118:26 gekozen:

Gezegend wie komt met de naam van de HEER.
Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER.
We lazen in verband hiermee ook Hebreeën 13:17-19:
Gehoorzaam uw leiders en schik u naar hen, want zij waken over uw leven en zullen daarvan ook rekenschap moeten afleggen. Zorg ervoor dat zij hun taak met vreugde kunnen vervullen, zodat ze geen reden tot klagen hebben: dat zou u zeker niet ten goede komen.
Bid voor ons. We zijn er weliswaar van overtuigd dat ons geweten zuiver is, omdat we er op elk terrein naar streven het goede te doen, maar toch vraag ik dringender dan ooit om uw gebed, zodat ik des te eerder bij u zal worden teruggebracht.
Het eerste deel van de preek was voornamelijk gericht op ons als nieuwe ambstdragers. Mooi dat je als ouderling of diaken mag weten dat je mag komen met en in de naam van de HEER. Tegelijk voelde ik op dat moment ook wel de grote verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt, zoals dat ook in Hebreeën 13 naar voren komt: als ambtsdrager ben ik geroepen over de zielen van de gemeenteleden te waken en daarover rekenschap af te leggen. Juist daarom is de tekst uit Psalm 118 zo bemoedigend: Ik mag me gezégend weten!

Het tweede deel was gericht op de gemeente: zij die uit het huis van de HEER de ambtsdragers zegenen. Het is belangrijk dat de gemeente de ambstdragers draagt, voor ze bidt en hen zegent. Ik realiseerde me dat gisteren des te beter, nu ik zelf ouderling ben geworden.
Het is in deze tijd niet gemakkelijk om ambtsdrager te zijn, dat besef ik maar al te goed. Maar daarom is het ook zo belangrijk om als gemeente de ambtsdragers te ondersteunen. Dat betekent niet dat je als gemeentelid het in alles met de kerkenraad eens hoeft te zijn. Maar het betekent wel dat de manier waarop je met elkaar omgaat alle verschil uitmaakt. En dat komt volgens Hebreeën de hele gemeente ten goede.

Ps. als geschenk van de kerkenraad bij mijn bevestiging heb ik het boek Geestrijk leven gekregen! Ik heb er vorige week nog over geschreven, en nu heb ik hem al. Ik ga hem snel lezen!

Lees meer...

Geestrijk leven

>> vrijdag 12 mei 2006

Vandaag in de bijlage Het Katern van het ND een recensie van het boek Geestrijk leven, door dr. C.G. Geluk. Geestrijk leven is het vervolg op Meer dan genoeg van H. ten Brinke, J.W. Maris e.a. Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: dit boek wil ik lezen!

De afgelopen weken heb je al wel aan mijn posts kunnen merken dat de discussie over de Geest (zoals de doop in of met de Geest en de gaven van de Geest) mij aardig bezighoudt. Het gaat dan ook om best belangrijke dingen denk ik. Onderwerpen waar wij als gereformeerden ook niet altijd een antwoord op hebben. Dit boek kan echter een belangrijke bijdragen leveren aan deze discussie. Dr. C.G. Geluk schrijft over Geestrijk leven het volgende:

Dit boek ... zie ik als een belangrijke gereformeerde bijdrage aan de bezinning op het werk van de heilige Geest. Daar was dringend behoefte aan.
De charismatische visie houdt een versmalling in als het gaat om het werk van de Geest. Deze visie oefent sterk invloed uit op het denken van velen die in de lijn van de Reformatie willen staan en die vanwege deze invloed ongemerkt op een andere lijn overstappen. Geestrijk leven biedt in dit kader goed onderricht en een goed tegenwicht terwijl de schrijvers tegelijk openstaan voor het bijzondere werk van de Geest.
Vervolgens somt hij 7 punten op waaruit het gereformeerde karakter van het boek blijkt:
  • Geen oppervlakkige maar "zorgvuldige exegese op basis van het gereformeerde devies 'Sola Scriptura'".
  • De Drie-eenheid vormt de inzet: "we kunnen niet over de Geest spreken zonder de Vader en de Zoon".
  • God is souverein: "wij kunnen God nooit voorschrijven wat Hij moet doen en wat Hij moet geven."
  • Focus op Christus: "vol zijn van de Geest is vol zijn van Christus. Groeien in de Geest is groeien in Christus."
  • Gereformeerde vroomheid wordt niet gekenmerkt "door een verlangen naar meer van de Geest, maar naar de ervaring van Gods liefde van eeuwigheid en naar het -helaas onbereikbare- heilige. Dit gaat samen met besef van zonde en de rijkdom van Gods genade. In deze vroomheid gaat het ook om het praktisch leven. Als christen ben je pelgrim, maar je verliest deze wereld niet uit het oog."
  • De betekenis en het belang van de gemeente wordt benadrukt: "Het 'meer van de Geest' komt daar tot uitdrukking waar kinderen van God elkaar liefhebben, trouw zijn en vasthouden."
  • Er is een duidelijke prioriteit: "eerst het gewone, dan het bijzondere." "Eerst de vrucht, dan de gaven. De vrucht van de Geest is de liefde. De liefde tekent de grondhouding van Christus. Ze dient ook onze grondhouding te tekenen. Deze liefde is dienend." Ontbreekt deze grondhouding, "dan hebben we in ons omgaan met de gaven van de Geest alleen maar onszelf op het oog."
Ik ben erg benieuwd naar dit boek. Als ik het gelezen heb, zal ik er wat over schrijven.

Lees meer...

'Verlangen naar een krachtige, enthousiaste kerk'

>> dinsdag 9 mei 2006

Nog even een link naar het artikel van Hans van Benthem en Klaas de Vries dat afgelopen zaterdag in het ND stond, waarin ze reageren op het artikel 'Bijbelse gaven gelden ook nu' van Dick Westerkamp. In hun artikel gaan Van Benthum en De Vries in op de manier van Bijbel-lezen van Dick Westerkamp. Hoe lees je de Bijbel? Die vraag stelde ik zelf ook al in mijn eerdere posting over dat artikel.

Van Benthum en De Vries ontkennen niet dat wonderen en tekenen ook nu nog kunnen voorkomen; tegelijk benadrukken ze het unieke van Christus en de apostelen. Ik kan me daar goed in vinden, hoewel ik daar wel wat vragen bij heb:

  1. In het NT doen ook mensen in de naaste kring van de apostelen wonderen en tekenen en krachten, zoals Stefanus en Filippus. Dit noemen Van Benthum en De Vries ook. Wat betekent dat, hoe moeten we dat zien?
  2. Efeze 2:20 heeft het over 'het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelf hoeksteen is'. Dat geeft dus inderdaad de unieke positie van de apostelen aan. Maar er wordt ook gesproken over profeten. Wie zijn dat precies? En wat is hún relatie met wonderen en tekenen?
  3. Van Benthum en De Vries hebben het over de 12 apostelen, maar er waren er toch meer in het NT? Paulus en Barnabas in ieder geval. Wat wil dat zeggen?
Ten slotte zou ik graag een toelichting willen op het volgende:
Bovendien ontwikkelt zich naast de bron van de Schrift een tweede openbaringsbron: het zgn. concrete spreken van God. Op deze essentiële punten gaan de wegen van gereformeerde en charismatische christenen uiteen (vgl. bijv. NGB art. 2-7).
Wat wordt hier precies bedoeld met 'het zgn. concrete spreken van God'? Dromen, ingevingen, Gods stem horen? Hoe moeten we de NGB op dit punt interpreteren?

Lees meer...

'Nuancering van charismatische interesse'

>> woensdag 3 mei 2006

Vandaag in het ND eindelijk een artikel waarin de charismatische interesse die er in de gereformeerde kerken is, wordt genuanceerd. Die nuancering komt van drs. A.L.Th. de Bruijne, docent ethiek aan de vrijgemaakt-gereformeerde Theologische Universiteit, die daarover een prachtig artikel in het tijdschrift De Reformatie geschreven heeft.

Ik heb het al eerder geschreven: er is veel vertroebeling in de discussies over de gaven van de Geest en de aandacht voor het charismatische. Vaak worden allerlei karikaturen opgeworpen, waar vervolgens tegen geschreven wordt. De Bruijne wil echter al die aandacht niet op een hoop gooien, integendeel:

[Hij] waarschuwt voor een globale manier van beoordelen en voor het algemeen typeren van wat er in kerken op het punt van charismatische vernieuwing aan de hand is. "Dat er binnen een gereformeerd kader ook gezonde charismatische accenten kunnen bestaan, zegt nog niet dat deze vandaag aan de orde zijn. Evenmin mag je echter je zorgen over schadelijke charismatische bewegingen automatisch doorvertalen naar wat zich voordoet in de gereformeerde kerken. Je moet je daarvan eerst een eerlijk beeld vormen. Waar gaat het al die bevlogen gereformeerden van tegenwoordig om?"

De universitair docent ziet drie stromingen: verlangen naar geestelijke vernieuwing (1), dwaling van hoogmoed en ongeduld (2) en verrijking van het gereformeerde (3).
Zelf voel ik me verwant aan vooral de eerste en in wat mindere mate de derde stroming. Over de eerste stroming zegt De Bruijne:
"De één verlangt ernaar dat God meer centraal staat in zijn leven en in zijn leven concreter merkbaar wordt. De ander zoekt vollere overgave aan Christus en zijn genade." Dit verlangen bestaat al langer, analyseert De Bruijne, en kreeg een stevige impuls door de aandacht die Aad Kamsteeg en anderen vroegen voor de Amerikaanse puriteinen. "Omdat vandaag de publieke aandacht niet op puriteinen maar op 'charismatici' gericht is, hecht dit verlangen zich vandaag aan hen vast. Maar zou er een andere beweging in de belangstelling staan, dan had deze net zo goed het kristallisatiepunt kunnen vormen."
Hierbij maak ik de opmerking, en dan spreek ik voor mezelf, dat mijn aandacht wél op de puriteinen gericht is. Ik mag graag boeken van Lloyd-Jones, Packer, Spurgeon en Piper lezen en deze namen staan juist voluit in de puriteinse traditie.
De Bruijne vindt dit verlangen positief, omdat het volgens hem bij de kerk en bij gereformeerde christenen hoort. Vanuit het besef van eigen armoede volgt een levenslang verlangen naar geestelijke vernieuwing, zo stelt hij. Bovendien komt het tegemoet aan een zekere schraalheid die in de vrijgemaakt-gereformeerde kerken sinds de jaren tachtig gesginaleerd wordt.
Naschrift: lees vooral het artikel van De Bruijne in De Reformatie!

Lees meer...

'Bijbelse gaven gelden ook nu'

>> maandag 1 mei 2006

Dat is de titel van een artikel van ds. Dick Westerkamp op de opiniepagina van het ND van vandaag.
Zoals ik als zei in een eerdere post over dit onderwerp: ik volg de discussie over de gaven van de Geest met veel interesse.

Op het laatst schrijft ds. Westerkamp in zijn artikel:

Ik moet toegeven: de manier waarop ik de Bijbel lees, is veranderd. Ik lees hem nu meer met de ogen van een leerling. Hoe werkten Jezus en de apostelen? Wat betekent dat voor het volgen van Jezus Christus nu? De Bijbel als voorbeeldboek: kijk, zo werkt en spreekt God. Hij openbaart zich door dromen, visioenen, profetie, ingevingen, inzicht dat rijpt. Zou het niet vreemd zijn als God eerst al die voorbeelden geeft hoe Hij met mensen omgaat; en dat Hij dan plotseling de spelregels verandert, zonder ons in te lichten?

Ik zeg daarmee niet dat het gezag van de Bijbel niet telt. Het apostolische woord blijft de norm. Maar we worden er wel door opgevoed, om met de God te leven die ook vandaag concreet tot zijn kinderen spreekt.
Tja, hoe lees je Bijbel, hè? Heb ik net een post geplaatst waarin het (ook) gaat over 'gereformeerd bijbellezen'... Zie hier. Toch denk ik dat dit geen tegenstelling is. 'Gereformeerd bijbellezen' betreft in de eerste plaats oog hebben voor de grote lijnen in de Bijbel. Naar mijn mening zeggen de grote lijnen van de Bijbel niets over het wel of niet voorkomen van de gaven van de Geest in onze tijd.

Maar het hangt er inderdaad wel vanaf hoe je de Bijbel leest. John Piper heeft ooit eens een artikel geschreven over de vraag of de wonderen en tekenen die in de bijbel staan ook nu nog zou kunnen voorkomen. (Dit artikel is in het Nederlands!) Hieronder vind je een samenvatting van dat artikel.

Eerst de mening waarbij wordt beweerd dat de gaven van de Geest bestemd waren voor het tijdperk van de apostelen:

1. Het boek Handelingen lijkt ons te vertellen dat tekenen en wonderen (speciale gaven van de Geest) niet gebruikelijk zijn onder gewone christenen, maar behoren tot de speciale bediening van de apostelen:
En er kwam vrees over elke ziel, en vele wonderen en tekenen gebeurden door de apostelen in Jeruzalem, en er was grote vrees over allen (Hand 2:43)
Door de handen van de apostelen nu gebeurden vele tekenen en wonderen onder het volk; (Hand 5:12)
Zij (de apostelen) bleven dan geruime tijd met vrijmoedigheid spreken over de Heer, die getuigenis gaf aan het woord van zijn genade door te geven dat tekenen en wonderen door hun handen gebeurden. (Hand 14:3)
De hele menigte nu zweeg; en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen welke grote tekenen en wonderen God door hen onder de volken had gedaan. (Hand 15:12)
Deze teksten lijken aan te geven dat tekenen en wonderen geen gewone gang van zaken waren maar er voor bedoeld zijn om de de autoriteit van de apostelen te bevestigen.

2. Ook 2 Korinte 12:12 lijkt dit te zeggen. Paulus verdedigt daar zijn apostelschap tegenover de Korintiërs. Hij zegt:
De tekenen van de apostel zijn onder u met alle volharding verricht, door tekenen, wonderen en krachten.
Nu er geen apostelen meer zijn, zijn dus ook de tekenen en wonderen verdwenen.

3. Hebreeën 2:3b-4 heeft het over een:
grote behoudenis (...) waarover aanvankelijk gesproken is door de Heer en die aan ons bevestigd is door hen (d.i. de apostelen) die het gehoord hebben, terwijl God bovendien meegetuigde zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige Geest naar zijn wil.
Het lijkt erop dat er hier terug gekeken wordt op een bijzondere periode, maar dat die periode nu voorbij is.

4. De tijd dat Jezus op aarde was is uniek en niet alles wat Hij toen tegen de discipelen zei geldt nu nog. In Mat 10 (dit wordt ook door ds. Dick Westerkamp aangehaald, zie boven) zegt Jezus tegen de twaalf:
Als u nu heengaat, predikt aldus: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft demonen uit; u hebt het voor niets ontvangen, geeft het voor niets.
En een paar verzen eerder zei Hij:
Gaat niet heen op een weg van de volken en gaat geen stad van Samaritanen binnen; maar gaat veeleer naar de verloren schapen van het huis Israels.
Dit zou er dus op wijzen dat we de opdracht om zieken te genezen niet zomaar kunnen overzetten naar de tijd van na Pinksteren.

5. De kerkgeschiedenis zelf laat zien dat nog nooit iemand is genezen zoals Jezus of de apostelen dat deden, namelijk een onmiddelijke volledige genezing.

Nu een aantal argumenten voor de mening dat we meer moeten streven naar het doen van wonderen en tekenen.

1. Er lijkt een verband te zijn tussen Jezus' bediening en de bediening van de kerk. "Zoals de Vader Mij heeft gezonden, zend ook Ik u." (Joh 20:21). Lukas 9:2: "En Hij zond hen uit om het koninkrijk van God te prediken en de zieken gezond te maken." Hij zend niet alleen de twaalf uit, maar ook de zeventig (Lukas 10). Er lijkt een verband te zijn tussen de prediking van het Koninkrijk en de wonderen en tekenen. In Joh 14:12 zegt Jezus:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, omdat Ik heenga naar de Vader.
2. Niet alleen apostelen doen tekenen en wonderen in Handelingen, ook diakenen:
Stefanus nu, vol van genade en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk. (Hand 6:8)
En eendrachtig gaven de menigten acht op wat door Filippus werd gezegd, toen zij hem hoorden en de tekenen zagen die hij deed. (Hand 8:6)
3. In Galaten 3:5 schrijft Paulus:
Hij dan die u de Geest verleent en krachten onder u werkt, doet Hij dat op grond van werken van de wet of op grond van de prediking van het geloof?
Dus er worden krachten onder de Galaten gewerkt, door God. Er gebeuren daar dus wonderen en niet door de apostelen.

4. Paulus leert ons in 1 Kor 12 dat er in de gemeente gaven voorkomen van genezingen en krachten. Het gaat hier niet speciaal om apostelen.
Maar aan ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is. Want aan de een wordt door de Geest gegeven een woord van wijsheid; ... en aan een volgende genadegaven van genezing door de ene Geest; en aan een volgende werkingen van krachten; ... (1 Kor 12:7-10)
Vervolgens onderscheidt hij deze gaven lost van het apostelschap in vers 28:
En God heeft sommigen in de gemeente gesteld: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, vervolgens genadegaven van genezingen ...

Lees meer...

'Sorry hoor, maar ik ben gereformeerd'

'Sorry hoor, maar ik ben gereformeerd.'
'Ik noem mezelf liever niet gereformeerd, maar gewoon christen.'


Herken je je hierin? Een paar jaar geleden dacht ik er zelf wel zo over. 'Gereformeerd' was voor mij een beetje een vies woord. Het deed me aan stoffige, ouderwetse dingen denken. Maar daar ben ik van teruggekomen. Dat is een proces geweest van boeken lezen, de belijdenissen doorspitten, en gesprekken en discussies voeren. Maar ik heb ontdekt dat als je de moeite neemt om te onderzoeken waar het woord 'gereformeerd' nu werkelijk voor staat, dat je schitterende dingen tegenkomt.

Dit seizoen zijn wij als gemeente onze identiteit aan het doordenken. We hebben vragen gesteld als: Wat is dat eigenlijk, identiteit? Wat is ónze identiteit? We kwamen er achter dat je, als het om identiteit gaat, moet onderscheiden tussen 'boven' en 'beneden'. Boven wil zeggen: wat zegt de Bijbel over onze identiteit, los van allerlei zaken als kerkgeschiedenis, kerkverbanden etc. Die zaken komen wel aan bod als het over 'beneden' gaat. We zijn immers lid van een bepaalde kerk, we staan in een bepaalde traditie. Ook ons 'gereformeerd-zijn' valt daaronder. Het is immers een term die niet in de Bijbel voorkomt. Maar wat betekent het nu om gereformeerd te zijn? Dat is een vraag die steeds meer gaat leven, juist bij de jongere generaties.
In dat kader kwam begin dit jaar Jasper Klapwijk bij ons in de kerk spreken over het onderwerp: Wat is nu gereformeerd? Hij deed dat aan de hand van de 5 Sola's die tijdens de Reformatie zijn (her)ontdekt:

  1. Sola Gratia - alleen door genade
  2. Sola Fide - alleen door geloof
  3. Sola Scriptura - alleen de bijbel
  4. Soli Deo Gloria - aan God alleen de eer
  5. Solus Christus - alleen door Christus
Het grootste deel van zijn verhaal ging over Sola Gratia - alleen door genade. Het was een erg mooie avond. We werden er als gemeente weer eens goed bij bepaald hoe overweldigend groot Gods genade eigenlijk is. Het was werkelijk hartverwarmend.

Vandaag staat er in het ND een artikel over het boekje Gelukkig gereformeerd! van ds. Jasper Klapwijk. Dit boekje is al een paar weken uit en ik heb het meteen gekocht en gelezen. Het bestaat uit twee delen: Het eerste gedeelte is een wat uitgebreidere versie van het verhaal wat hij ook bij ons de kerk heeft gehouden. De 5 Sola's worden komen dus in dat gedeelte aan bod. Erg waardevol om nog eens na te lezen. Het tweede deel betreft 'gereformeerd bijbellezen'. Jasper Klapwijk gebruikt deze wat prikkelende titel om uit te leggen dat er wezenlijke verschillen zijn tussen hoe wij als gereformeerden de Bijbel lezen en hoe evangelischen / charismatischen dat doen. Ik vond het erg verhelderend.

Het boekje is niet dik, het leest makkelijk en kost weinig. Ik kan het je aanraden!

Lees meer...

Recente berichten

Profiel

christen, gereformeerd, man, vader, software engineer

Boekenstapel

  • De Bergrede - D. Martyn Lloyd-Jones
  • De vreugde van God - John Piper
  • God de Vader, God de Zoon (serie geloofsleer, deel 2) - D. Martyn Lloyd-Jones
  • Vechten voor vreugde - John Piper

  Template gebaseerd op © Free Blogger Templates Wild Birds door Ourblogtemplates.com 2008

Terug naar boven