God zien

>> woensdag 26 juli 2006

Filippus zei tot Hem: Heer, toon ons de Vader en het is ons genoeg. Jezus zei tot hem: Ben Ik zo lange tijd bij u en heb je Mij niet gekend, Filippus? Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien; hoe zeg je dan: Toon ons de Vader?

Johannes 14:7-8 Telos NT vertaling

12 En Mozes zeide tot de HEERE: Zie, Gij zegt tot mij: Voer dit volk op! maar Gij laat mij niet weten, wie Gij met mij zult zenden; daar Gij gezegd hebt: Ik ken u bij name! en ook: Gij hebt genade gevonden in Mijn ogen!
13 Nu dan, ik bid, indien ik genade gevonden heb in Uw ogen, zo laat mij nu Uw weg weten, en ik zal U kennen, opdat ik genade vind in Uw ogen; en zie aan, dat deze natie Uw volk is!
14 Hij dan zeide: Zou Mijn aangezicht moeten meegaan, om u gerust te stellen?
15 Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet meegaan zal, doe ons van hier niet optrekken!
16 Want waarbij zou nu bekend worden, dat ik genade gevonden heb in Uw ogen, ik en Uw volk? Is het niet daarbij, dat Gij met ons gaat?Alzo zullen wij afgezonderd worden, ik en Uw volk, van alle volk, dat op de aardbodem is.
17 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Ook deze zaak, die gij gesproken hebt, zal Ik doen, omdat gij genade gevonden hebt in Mijn ogen, en Ik u bij name ken.
18 Toen zeide hij: Toon mij nu Uw heerlijkheid!
19 Doch Hij zeide: Ik zal al Mijn goedheid voorbij uw aangezicht laten gaan, en zal de Naam des HEEREN uitroepen voor uw aangezicht;maar Ik zal genadig zijn, wie Ik zal genadig zijn, en Ik zal Mij ontfermen, over wie Ik Mij ontfermen zal.
20 Hij zeide verder: Gij zoudt Mijn aangezicht niet kunnen zien; want Mij zal geen mens zien, en leven.
21 De HEERE zeide verder: Zie, er is een plaats bij Mij; daar zult gij u op de steenrots stellen.
22 En het zal geschieden, wanneer Mijn heerlijkheid voorbij zal gaan, zo zal Ik u in een kloof der steenrots zetten; en Ik zal u met Mijn hand overdekken, totdat Ik zal voorbijgegaan zijn.
23 En wanneer Ik Mijn hand zal weggenomen hebben, zo zult gij Mijn achterste delen zien; maar Mijn aangezicht zal niet gezien worden.
1 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Houw u twee stenen tafelen, gelijk de eerste waren, zo zal Ik op de tafelen schrijven dezelfde woorden, die op de eerste tafelen geweest zijn, die gij gebroken hebt.
2 En wees bereid tegen de morgenstond; dat gij in de morgenstond op de berg Sinaï klimt, en stel u aldaar voor Mij, op de top van de berg.
3 niemand zal met u opklimmen; dat er ook niemand gezien worde op de ganse berg; ook het kleine vee, of runderen zullen tegenover deze berg niet weiden.
4 Toen hieuw hij twee stenen tafelen, gelijk de eerste; en Mozes stond des morgens vroeg op, en klom op de berg Sinaï, zoals de HEERE hem geboden had; en hij nam de twee stenen tafelen in zijn hand.
5 De HEERE nu kwam nederwaarts in een wolk, en stelde Zich aldaar bij hem; en Hij riep uit de Naam des HEEREN.
6 Toen nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.
7 Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die de schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde geslacht.
8 Mozes nu haastte zich en neigde het hoofd ter aarde, en hij boog zich.
9 En hij zeide: Heere! indien ik nu genade gevonden heb in Uw ogen, zo ga nu de Heere in het midden van ons, want dit is een hardnekkig volk; doch vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan tot een erfdeel!
Exodus 33:12-34:9 Statenvertaling herziening 1977

0 reactie(s):

Blogarchief

Recente berichten

Profiel

christen, gereformeerd, man, vader, software engineer

Boekenstapel

  • De Bergrede - D. Martyn Lloyd-Jones
  • De vreugde van God - John Piper
  • God de Vader, God de Zoon (serie geloofsleer, deel 2) - D. Martyn Lloyd-Jones
  • Vechten voor vreugde - John Piper

  Template gebaseerd op © Free Blogger Templates Wild Birds door Ourblogtemplates.com 2008

Terug naar boven