'Bijbelse gaven gelden ook nu'

>> maandag 1 mei 2006

Dat is de titel van een artikel van ds. Dick Westerkamp op de opiniepagina van het ND van vandaag.
Zoals ik als zei in een eerdere post over dit onderwerp: ik volg de discussie over de gaven van de Geest met veel interesse.

Op het laatst schrijft ds. Westerkamp in zijn artikel:

Ik moet toegeven: de manier waarop ik de Bijbel lees, is veranderd. Ik lees hem nu meer met de ogen van een leerling. Hoe werkten Jezus en de apostelen? Wat betekent dat voor het volgen van Jezus Christus nu? De Bijbel als voorbeeldboek: kijk, zo werkt en spreekt God. Hij openbaart zich door dromen, visioenen, profetie, ingevingen, inzicht dat rijpt. Zou het niet vreemd zijn als God eerst al die voorbeelden geeft hoe Hij met mensen omgaat; en dat Hij dan plotseling de spelregels verandert, zonder ons in te lichten?

Ik zeg daarmee niet dat het gezag van de Bijbel niet telt. Het apostolische woord blijft de norm. Maar we worden er wel door opgevoed, om met de God te leven die ook vandaag concreet tot zijn kinderen spreekt.
Tja, hoe lees je Bijbel, hè? Heb ik net een post geplaatst waarin het (ook) gaat over 'gereformeerd bijbellezen'... Zie hier. Toch denk ik dat dit geen tegenstelling is. 'Gereformeerd bijbellezen' betreft in de eerste plaats oog hebben voor de grote lijnen in de Bijbel. Naar mijn mening zeggen de grote lijnen van de Bijbel niets over het wel of niet voorkomen van de gaven van de Geest in onze tijd.

Maar het hangt er inderdaad wel vanaf hoe je de Bijbel leest. John Piper heeft ooit eens een artikel geschreven over de vraag of de wonderen en tekenen die in de bijbel staan ook nu nog zou kunnen voorkomen. (Dit artikel is in het Nederlands!) Hieronder vind je een samenvatting van dat artikel.

Eerst de mening waarbij wordt beweerd dat de gaven van de Geest bestemd waren voor het tijdperk van de apostelen:

1. Het boek Handelingen lijkt ons te vertellen dat tekenen en wonderen (speciale gaven van de Geest) niet gebruikelijk zijn onder gewone christenen, maar behoren tot de speciale bediening van de apostelen:
En er kwam vrees over elke ziel, en vele wonderen en tekenen gebeurden door de apostelen in Jeruzalem, en er was grote vrees over allen (Hand 2:43)
Door de handen van de apostelen nu gebeurden vele tekenen en wonderen onder het volk; (Hand 5:12)
Zij (de apostelen) bleven dan geruime tijd met vrijmoedigheid spreken over de Heer, die getuigenis gaf aan het woord van zijn genade door te geven dat tekenen en wonderen door hun handen gebeurden. (Hand 14:3)
De hele menigte nu zweeg; en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen welke grote tekenen en wonderen God door hen onder de volken had gedaan. (Hand 15:12)
Deze teksten lijken aan te geven dat tekenen en wonderen geen gewone gang van zaken waren maar er voor bedoeld zijn om de de autoriteit van de apostelen te bevestigen.

2. Ook 2 Korinte 12:12 lijkt dit te zeggen. Paulus verdedigt daar zijn apostelschap tegenover de Korintiërs. Hij zegt:
De tekenen van de apostel zijn onder u met alle volharding verricht, door tekenen, wonderen en krachten.
Nu er geen apostelen meer zijn, zijn dus ook de tekenen en wonderen verdwenen.

3. Hebreeën 2:3b-4 heeft het over een:
grote behoudenis (...) waarover aanvankelijk gesproken is door de Heer en die aan ons bevestigd is door hen (d.i. de apostelen) die het gehoord hebben, terwijl God bovendien meegetuigde zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige Geest naar zijn wil.
Het lijkt erop dat er hier terug gekeken wordt op een bijzondere periode, maar dat die periode nu voorbij is.

4. De tijd dat Jezus op aarde was is uniek en niet alles wat Hij toen tegen de discipelen zei geldt nu nog. In Mat 10 (dit wordt ook door ds. Dick Westerkamp aangehaald, zie boven) zegt Jezus tegen de twaalf:
Als u nu heengaat, predikt aldus: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft demonen uit; u hebt het voor niets ontvangen, geeft het voor niets.
En een paar verzen eerder zei Hij:
Gaat niet heen op een weg van de volken en gaat geen stad van Samaritanen binnen; maar gaat veeleer naar de verloren schapen van het huis Israels.
Dit zou er dus op wijzen dat we de opdracht om zieken te genezen niet zomaar kunnen overzetten naar de tijd van na Pinksteren.

5. De kerkgeschiedenis zelf laat zien dat nog nooit iemand is genezen zoals Jezus of de apostelen dat deden, namelijk een onmiddelijke volledige genezing.

Nu een aantal argumenten voor de mening dat we meer moeten streven naar het doen van wonderen en tekenen.

1. Er lijkt een verband te zijn tussen Jezus' bediening en de bediening van de kerk. "Zoals de Vader Mij heeft gezonden, zend ook Ik u." (Joh 20:21). Lukas 9:2: "En Hij zond hen uit om het koninkrijk van God te prediken en de zieken gezond te maken." Hij zend niet alleen de twaalf uit, maar ook de zeventig (Lukas 10). Er lijkt een verband te zijn tussen de prediking van het Koninkrijk en de wonderen en tekenen. In Joh 14:12 zegt Jezus:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, omdat Ik heenga naar de Vader.
2. Niet alleen apostelen doen tekenen en wonderen in Handelingen, ook diakenen:
Stefanus nu, vol van genade en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk. (Hand 6:8)
En eendrachtig gaven de menigten acht op wat door Filippus werd gezegd, toen zij hem hoorden en de tekenen zagen die hij deed. (Hand 8:6)
3. In Galaten 3:5 schrijft Paulus:
Hij dan die u de Geest verleent en krachten onder u werkt, doet Hij dat op grond van werken van de wet of op grond van de prediking van het geloof?
Dus er worden krachten onder de Galaten gewerkt, door God. Er gebeuren daar dus wonderen en niet door de apostelen.

4. Paulus leert ons in 1 Kor 12 dat er in de gemeente gaven voorkomen van genezingen en krachten. Het gaat hier niet speciaal om apostelen.
Maar aan ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is. Want aan de een wordt door de Geest gegeven een woord van wijsheid; ... en aan een volgende genadegaven van genezing door de ene Geest; en aan een volgende werkingen van krachten; ... (1 Kor 12:7-10)
Vervolgens onderscheidt hij deze gaven lost van het apostelschap in vers 28:
En God heeft sommigen in de gemeente gesteld: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, vervolgens genadegaven van genezingen ...

2 reactie(s):

Kim 9/5/06 13:28  

Dit is koel!!
HEt zet me enorm aan het denken
dank je wel

volgeling 9/5/06 14:04  

Wat in het stuk zet je aan het denken?

Recente berichten

Profiel

christen, gereformeerd, man, vader, software engineer

Boekenstapel

  • De Bergrede - D. Martyn Lloyd-Jones
  • De vreugde van God - John Piper
  • God de Vader, God de Zoon (serie geloofsleer, deel 2) - D. Martyn Lloyd-Jones
  • Vechten voor vreugde - John Piper

  Template gebaseerd op © Free Blogger Templates Wild Birds door Ourblogtemplates.com 2008

Terug naar boven