Geestelijke strijd
>> dinsdag 4 april 2006
Waar denk jij aan als het gaat om geestelijke strijd? De laatste jaren is er in de samenleving veel aandacht voor het paranormale, het bovennatuurlijke, het occulte. Denk aan hekserij, wicca, glaasje draaien op school, een boekenweekthema. Dat zijn zaken die zeker met geestelijke strijd te maken hebben.
Maar ik vraag me wel af of dit alles niet tegelijkertijd een rookgordijn is, namelijk voor een strijd waar ieder christen mee te maken heeft: de strijd die zich afspeelt in ons denken. Daar kun je niet aan ontsnappen door weg te lopen, door andere boeken te lezen of occulte zaken af te wijzen. Dit is een strijd waar je niet onderuit kan!
Vandaag - dag 30 van Jezus ontdekken - gaat het over geestelijke strijd en heel terecht schrijft Jos Douma dan het volgende:
Ik geloof dat het belangrijkste slagveld waarop de geestelijke strijd wordt geleverd, het slagveld van onze gedachten is. De duivel weet als geen ander door te dringen tot ons denken. En het is niet voor niets dat Paulus ons waarschuwt: 'Maar ik vrees, dat misschien, zols de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden' (2 Korintiërs 11:3). Paulus spreekt hier niet over onze harten of over onze daden, maar over onze gedachten. Want op uiterst scherpzinnige en venijnige manier zal de duivel proberen ons denken zo te beïnvloeden - ook met heel vrome en bijbels klinkende redeneringen - dat we losraken van de eenvoudige toewijding aan Christus.Hier gaat dus het over de duivel die ons listig en sluw probeert te verleiden en ons af te trekken van Christus. Jos Douma noemt de duivel dan de onheilige geest in tegenstelling tot de Geest van Christus die de heilige Geest is.
Als het gaat om de strijd in ons denken, dan vind ik de Romeinenbrief prachtig. Die brief is namelijk zo ontzettend realistisch, en tegelijkertijd zo troostvol. Romeinen 7 maakt duidelijk dat ieder christen daar mee te maken heeft. Paulus wordt daar heel persoonlijk als hij schrijft over de strijd die hij ervaart. Let speciaal op vers 23 waar die strijd wordt benoemd:
14 Want wij weten dat de wet geestelijk is; maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. 15 Want wat ik doe, weet ik niet; want niet wat ik wil, bedrijf ik, maar wat ik haat, dat doe ik. 16 Als ik nu dat doe wat ik niet wil, stem ik met de wet in dat zij goed is. 17 Maar dan ben ik het niet meer die het doe, maar de zonde die in mij woont. 18 Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is bij mij aanwezig, maar het doen van het goede niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet; maar het kwade dat ik niet wil, dat bedrijf ik. 20 Als ik nu dat doe wat ik niet wil, dan doe ik het niet meer, maar de zonde die in mij woont. 21 Ik vind dus deze wet voor mij die het goede wil doen: dat het kwade bij mij voorhanden is. 22 Want ik verlustig mij in de wet van God naar de innerlijke mens; 23 maar ik zie in mijn leden een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn denken en mij tot gevangene maakt door de wet van de zonde die in mijn leden is. 24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit dit lichaam van de dood? 25 God zij echter dank door Jezus Christus onze Heer! 26 Dus ikzelf dien wel met het denken de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde. Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn; (Romeinen 7:14-8:1 Telos)Vers 23 laat duidelijk zien dat er strijd gevoerd wordt door - wat Paulus noemt - de wet(matigheid) in mijn leden tegen de wet(matigheid) van mijn denken. Ik ben vleselijk, zo begint hij. Ik ben aangetast door de zonde. En op de een of andere manier komen slechte dingen veel beter binnen in mijn gedachten dan goede dingen. En terwijl ik van plan ben het goede te doen, kom ik er even later achter dat ik het kwade heb gedaan. Om moe van te worden. Maar er is hoop: vers 25: We zullen verlost worden van deze strijd als we ons sterfelijke lichaam hier achterlaten. De dood zal zo een bevrijding zijn! En er is rust, want er is geen veroordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn.
Romeinen 8 gaat verder over deze geestelijke strijd en laat zien dat vlees en Geest lijnrecht tegenover elkaar staan. Lees de verzen 5 tot en met 13 maar eens en let dan op de woorden (be)denken, dood, vijandschap en zich onderwerpen:
5 Want zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees; maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest; 6 want wat het vlees bedenkt, is de dood, maar wat de Geest bedenkt, is leven en vrede; 7 omdat wat het vlees bedenkt, vijandschap is tegen God, want het onderwerpt zich niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. 8 En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. 9 Maar u bent niet in het vlees maar in de Geest, als inderdaad Gods Geest in u woont; maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. 10 Maar als Christus in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de Geest is leven vanwege de gerechtigheid. 11 En als de Geest van Hem die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij die Christus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest die in u woont. 12 Daarom dan, broeders, zijn wij schuldenaars, niet aan het vlees om naar het vlees te leven; 13 want als u naar het vlees leeft, zult u sterven; maar als u door de Geest de werkingen van het lichaam doodt, zult u leven. (Romeinen 8:5-13 Telos)In Galaten 5:13-26 gaat het over dezelfde strijd. Paulus roept ons daar in vers 18 op om ons te laten leiden door de Geest. Hier in Romeinen wordt duidelijk wat dat betekent die alles met elkaar te maken hebben: (1) we moeten de dingen van de Geest bedenken (vers 5). En (2) we moeten door de Geest de werkingen van het lichaam doden (vers 13).
1. Het bedenken van de dingen van de Geest
Dit betekent dat we veel bezig moeten zijn met Gods Woord, de Bijbel. 1 Korintiërs 2:12-14 luiden in de Statenvertaling als volgt:
12 Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn;De dingen, die van de Geest van God zijn, zijn dus de woorden die de Heilige Geest leert (vers 13). De Geest is de Geest der waarheid, die ons in de waarheid zal leiden (Johannes 16:13). En: Gods woord is de waarheid (Johannes 17:17). En als we dat doortrekken: Jezus Christus zelf is de Waarheid. En over Hem gaat het nu juist in de Bijbel.
13 Welke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert, maar met woorden, die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende.
14 Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die van de Geest van God zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden.
2. Het doden van de werkingen van het lichaam
Dit komen we ook tegen in Kolossenzen 3:5-6:
5 Doodt dan uw leden die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die afgodendienst is, 6 om welke dingen de toorn van God komt over de zonen van de ongehoorzaamheid. (Telos)Maar let op: er staat in Romeinen 8:13 bij: door de Geest! Als we dit vers vergelijken met vers 6, dan wordt duidelijk dat dit betekent: We doden onze leden op aarde door bezig zijn met de dingen van de Geest. In beide verzen staan vlees en Geest tegenover elkaar en als het over de Geest gaat, gaat het beide keren over leven. Als je de dingen van de Geest bedenkt, zul je leven, als je door de Geest de werkingen van je lichaam doodt, zul je leven. Bezig zijn met de dingen van de Geest, is bezig zijn met Gods woord (het zwaard van de Geest), Gods beloften, ja Christus zelf, je op Hem richten - daarmee snij je de voedingsader van de zonde door.
Als het gaat om geestelijke strijd dan hoop ik dat we allereerst zicht krijgen op déze strijd en hoe we - door de Geest - kracht mogen ontvangen om stand te houden.
0 reactie(s):
Een reactie posten