Honger naar God
>> maandag 4 december 2006
Vast jij wel eens? Ik moet bekennen dat ik dat nog nooit gedaan heb. Ik heb eerlijk gezegd ook nooit zo de noodzaak van vasten ingezien. En ergens diep van binnen heb ik er altijd een beetje een raar gevoel bij gehad. Alsof ik door te vasten God zou kunnen overhalen bepaalde dingen voor mij te doen... Ik moest onwillekeurig denken aan de Baäl-priesters op de Karmel die van alles deden om hun god over te halen om met vuur te antwoorden en zo het offer te ontsteken (1 Koningen 18:20-46).
Ergens wist ik ook wel dat deze gedachtegang niet juist is. Het is immers volstrekt bijbels om te vasten. Jezus zelf zegt in Matteüs 9:15: 'Er zullen echter dagen komen, dat de bruidegom van hen weggenomen is, en dan zullen zij vasten.' En die tijd is nu. We leven nu in de tijd tussen de hemelvaart van Christus en zijn wederkomst.
Wat ook opvalt is dat vasten in de Bijbel heel sterk gekoppeld is aan bidden. Zie bijvoorbeeld Handelingen 13:1-3, waar het gaat over het uitzenden van Paulus en Barnabas. Dat gebeurde niet zonder vasten en gebed. De vraag die dus opkomt is: Waarom vasten we eigenlijk niet? Waarom vast ik eigenlijk niet?
Op dit moment ben ik aan het lezen in het boek Honger naar God van John Piper. Het boek gaat over het motief om te vasten. Het motief maakt namelijk alle verschil. Vasten op zichzelf is niet specifiek christelijk. Ook andere religies kennen het. Wat is dan christelijk vasten? Waarom zou je dat doen? John Piper stelt dat christelijk vasten voortkomt uit een verlangen naar God.
Vasten is enerzijds een manier om uiting aan dat verlangen te geven. Op de omslag van het boek staat: 'Zozeer verlang ik naar U, o Heer'. Zozeer verlang ik naar U, Heer, dat ik mijn eten (of iets anders wat ik graag zou doen) laat staan, om me zo op U te richten.
Anderzijds is vasten ook een wapen tegen alles wat dit verlangen te niet wil doen. John Piper zegt het zo:
De grootste vijand van een verlangen naar God is niet vergif maar appeltaart. Het is niet het feestmaal van de goddelozen dat ons verlangen naar de hemel verdooft, maar het eindeloos nuttigen van kleine snacks aan de tafel van de wereld. Niet de video voor boven de achttien, maar de onbenullige programma's die we avond aan avond indrinken. Satan kan weliswaar veel kwaad aanrichten, maar wat ons werkelijk van Gods liefdemaal afhoudt, is een akker, een span ossen of een vrouw (Luc. 14:18-20). De grootste bedreiging van onze liefde tot God zijn niet zijn vijanden, maar zijn gaven. En de dodelijkste begeerte is niet een verlangen naar het kwade, maar de eenvoudige geneugten des levens. Want wanneer deze de plaats innemen van een verlangen naar God Zelf, hebben we nauwelijks door dat ze een afgod geworden zijn, laat staan dat we ons ervan afkeren.Door te vasten leren we dus dat het niet om Gods gaven gaat - let wel: goéde gaven - maar om Hem! Dit maakt ook duidelijk dat, wanneer we vasten, we ook onszelf gaan tegenkomen. We zullen voelen en ervaren dat we eigenlijk heel vast zitten aan eten, drinken, tv-kijken, internetten etc. Maar zo werkt vasten ook heel reinigend. Alle gebondenheid die we zo ontdekken mogen we namelijk bij Jezus brengen. Hij kan ons ervan bevrijden.
Hoofdstuk 4 van Honger naar God heeft als titel Vasten om de komst van de Koning en gaat over de vraag 'Hoezeer missen wij Hem?'. Dat is precies waar Advent over gaat. Gisteren is deze periode begonnen. In ons gezin proberen we er dit jaar bewust aandacht aan te besteden. (Voorgaande jaren kwam het er nooit van). We doen dat aan de hand van het boekje Jezus ontdekken in Adventstijd van Jos Douma (zie ook zijn site tijdmetjezus.nl). Ik wil proberen juist deze Adventsperiode te gebruiken om te vasten. Of dat onthouding van eten en drinken is, of van iets anders, dat weet ik nog niet. Laat ik God vragen of Hij me daarin wil leiden.
0 reactie(s):
Een reactie posten