Denk om je eigen ziel
>> vrijdag 29 december 2006
20 En Petrus zag, toen hij zich omkeerde, de discipel volgen die Jezus liefhad, die ook tijdens het avondmaal tegen Zijn borst was gaan liggen, en gezegd had: Heere, wie is het die U verraden zal? 21 Toen Petrus deze zag, zei hij tegen Jezus: Heere, maar wat zal er met hem gebeuren? 22 Jezus zei tegen hem: Als Ik wil dat hij blijft totdat Ik kom, wat gaat het u aan? Volgt u Mij! 23 Dit woord nu, dat deze discipel niet zou sterven, verspreidde zich onder de broeders. Maar Jezus had niet tegen hem gezegd dat hij niet zou sterven, maar: Als Ik wil dat hij blijft totdat Ik kom, wat gaat het u aan?In de wat geheimzinnige woorden 'Als Ik wil dat hij blijft totdat Ik kom, wat gaat het u aan? Volgt u Mij!' schuilt een praktische les die je niet mag ontgaan. Een christen moet eerst aan zijn eigen hart denken en een blik werpen in zijn eigen binnenste.
Johannes 21:20-23 HSV
Dat lijkt misschien een vreemde uitspraak, maar dat is het niet. Het betekent dan ook niet dat Jezus van ons zou vragen anderen aan hun lot over te laten. Dat zou juist een bewijs zijn dat wij de genade van God niet hebben. Een dienaar van Christus behoort een wijd en ruim hart te bezitten, net als zijn Meester, en behoort het geluk van iedereen om hem heen voor nu en voor de eeuwigheid te wensen. Maar bij dat alles moet hij nooit zijn eigen ziel vergeten.
De zwakheid van de mens is zo groot dat ook ware christenen voortdurend geneigd zijn in uitersten te vervallen. Iemand kan zo bezig zijn met zichzelf dat hij geen oog meer heeft voor anderen. Maar anderen zijn zo druk met goed doen voor de wereld dat ze hun eigen ziel vergeten. Beiden moeten een uitnemender weg zien.
Het gaat erom dat je bent aangesloten op de Bron van het leven. Als je dat niet bent, kun je anderen ook niet het levende water aanbieden, ook al maak je je nog zo druk om hen. Maar als je zelf put uit Christus de Bron, dan zul je als het goed is dat water niet voor jezelf willen houden, maar ook anderen er in willen laten delen.
(Vrij naar Ryle's overdenking)
24 Weet u niet dat zij die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt. 25 En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. 26 Ik loop daarom zo dat de bedoeling niet onduidelijk is. Ik vecht zo met de vuist, dat ik niet in de lucht sla. 27 Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf word afgewezen.
1 Korinthe 9:24-27 HSV
0 reactie(s):
Een reactie posten