Honger en dorst jij naar de gerechtigheid?
>> maandag 15 juni 2009
'Hoe weten we dat we inderdaad hongeren en dorsten naar de gerechtigheid?' Die vraag stelt dr. D. Martyn Lloyd-Jones in hoofdstuk acht uit het eerste deel van zijn boek De Bergrede pastoraal uitgelegd. Lloyd-Jones geeft de volgende 8 testen die we op onszelf kunnen toepassen:
1. Doorzie je al je eigen valse gerechtigheid?
'Als we in zekere zin nog steeds geneigd zijn onszelf te verdedigen, nu, dan betekent dit dat we nog steeds vasthouden aan een stukje eigengerechtigheid. Zolang we dat doen zullen we niet gelukzalig zijn. We moeten inzien dat het ware hongeren en dorsten, zoals John Darby het zegt, vèrhongeren is, het is een besef dat we sterven omdat we niets hebben. Inzien dat al onze valse gerechtigheid slechts een wegwerpelijk kleed, slechts rottend afval is.'
2. Heb je een diepgaand besef van je behoefte aan verlossing en aan een Verlosser?
'We moeten een diepgaand besef hebben van onze behoefte aan verlossing, en aan een Verlosser; we moeten inzien hoe wanhopig onze toestand is, we moeten beseffen dat, tenzij er een Verlosser en redding komt, er werkelijk geen enkele hoop meer is.'
3. Vermijd je alles dat in tegenstelling is met de gerechtigheid?
'Ik kan [de gerechtigheid] niet zelf verkrijgen, maar ik kan wel de dingen nalaten die er duidelijk aan tegengesteld zijn. Ik kan mijzelf nooit Christus gelijkmaken, maar ik kan wel ophouden met in de de goot te leven. Dat is een onderdeel van hongeren en dorsten. (...)
Als we weten dat in een huis een besmettelijke ziekte heerst, dan mijden we dat huis. We zonderen de patiënt die koorts heeft af, want de ziekte is besmettelijk, en het is duidelijk dat we zulke zieken mijden. Hetzelfde geldt ook op het geestelijke vlak.'
4. Ga je dingen die je geestelijke honger en dorst doen afnemen of verdoven uit de weg?
'Er zijn zoveel dingen die ik op zichzelf niet kan veroordelen. Maar als ik ontdek dat ik er teveel tijd aan besteed, en dat ik op de één of andere wijze minder naar God en geestelijke dingen verlang, dan zal ik ze mijden, als ik tenminste honger naar de gerechtigheid.'
5. Herinner je jezelf regelmatig aan de gerechtigheid?
'Hongeren en dorsten naar de gerechtigheid betekent ook dat we onszelf metterdaad aan die gerechtigheid moeten herinneren. We moeten ons leven zo inrichten dat we haar voortdurend voor ogen houden. Deze 'training' is van wezenlijk belang. (...) Als u en ik hongeren en dorsten naar de gerechtigheid zal een flink gedeelte van de dag gevuld zijn met overdenkingen daarover.'
6. Plaats je jezelf op de weg waarlangs de gerechtigheid te vinden is?
'De man die hongert en dorst naar de gerechtigheid zal trachten zich op de weg te plaatsen die de gerechtigheid kiest. U kunt haar niet zelf scheppen; u kunt haar niet zelf voortbrengen. Maar u weet wel dat de mensen die haar wel hebben ontvangen en waar u over gelezen heeft, haar via bepaalde wegen ontvangen hebben, dus daarom volgt u hun voorbeeld. U herinnert zich de blinde Bartiméüs nog wel. Hij kon zichzelf niet genezen. Hij was blind; wat hij ook deed, wat anderen ook deden, hij kon zijn gezichtsvermogen niet terugkrijgen. Maar hij ging daar zitten waar de mogelijkheid wel bestond dat hij het terug kon krijgen. Hij hoorde dat Jezus die kant op ging, dus ging hij aan de weg zitten. Hij ging zo dichtbij de weg zitten als hij kon. Hij kon zichzelf zijn gezichtsvermogen niet teruggeven, maar hij plaatste zich wel zo dat hij het toch verkreeg. De man die hongert en dorst naar de gerechtigheid is iemand die geen enkele gelegenheid voorbij laat gaan om daar te zijn waar andere mensen die gerechtigheid schijnen te vinden.'
7. Lees je regelmatig je Bijbel?
'Dan is er nog het lezen van de Bijbel. Hier hebben we het grote Handboek over deze zaak. Ik zal u weer een eenvoudige vraag stellen. Ik vraag me af of we net zoveel tijd met dit Boek doorbrengen als met de krant of met romans, de film, of met alle andere vormen van ontspanning. Ik veroordeel deze dingen niet als zodanig. Ik wil duidelijk stellen dat dit niet de bedoeling van mijn betoog is. Mijn betoog is dat de man die hongert en dorst naar de gerechtigheid, en tijd heeft voor deze dingen, meer tijd zou moeten hebben voor die andere zaken. Lees en bestudeer dit Boek. Tracht het te begrijpen. Lees er boeken over.'
8. Vraag je in gebed om die gerechtigheid?
'En dan is er het gebed. God alleen kan ons dit geschenk, de gerechtigheid, geven. Vragen wij Hem daarom? Hoeveel tijd brengen wij voor Zijn aangezicht door? (...) [M]ensen die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid weten wat het betekent om hun tijd in gebed en overdenking door te brengen, denkend wie en wat zij zijn in dit leven en in deze wereld zijn, en wat ze tegemoet kunnen zien.'
0 reactie(s):
Een reactie posten