Jezus als plaatsbekleder tegenover de slappe Pilatus
>> dinsdag 31 oktober 2006
37 Pilatus dan zei tegen Hem: U bent dus toch een koning? Jezus antwoordde: U zegt dat Ik een Koning ben. Hiervoor ben Ik geboren en hiervoor ben Ik in de wereld gekomen: om voor de waarheid te getuigen. Iedereen die uit de waarheid is, geeft aan Mijn stem gehoor. 38 Pilatus zei tegen Hem: Wat is waarheid? En nadat hij dat gezegd had, ging hij opnieuw naar buiten naar de Joden, en zei tegen hen: Ik vind geen schuld in Hem. 39 Maar u bent gewend dat ik op het Pascha iemand voor u loslaat. Wilt u dan dat ik de Koning van de Joden voor u loslaat? 40 Zij dan schreeuwden allemaal opnieuw: Niet Deze, maar Barabbas! En Barabbas was een moordenaar. (Johannes 18:37-40 HSV)
Lees ook: 2 Timotheüs 1:1-7, 2 Korinthe 5:14-21
0 reactie(s):
Een reactie posten