Betoon van liefde
>> woensdag 8 november 2006
25 En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder, de zuster van Zijn moeder, en Maria de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. 26 Toen nu Jezus Zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad, bij haar zag staan, zei Hij tegen Zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. 27 Daarna zei Hij tegen de discipel: Zie, uw moeder. En vanaf dat moment nam de discipel haar in zijn huis. (Johannes 19:25-27 HSV)
Lees ook: Lukas 8:1-3, Filippenzen 2:1-4
0 reactie(s):
Een reactie posten