Het Woord van God is, daarom, de bron van grote en eeuwige vreugde

We hebben tenminste negen redenen gezien waarom dit zo is. Nu zien we dat God, in de Bijbel, zegt dat dit zo is. De wijze en godvrezende man wendt zich af van de raad van de bozen, met al hun beloften van genot en ontdekt dat het erom gaat dat hij 'aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; - al wat hij onderneemt, gelukt' (Ps. 1:2-3). De liefhebbers van Gods Woord prijzen de kostbaarheid van de Bijbel en de vreugde die eruit voortvloeit. Ze zeggen dat het de meest waardevolle aardse dingen overstijgt, goud en zilver; en ze zeggen dat de smaak ervan op de tong van het hart en de geest zoeter dan honing is en dat de rijkdom ervan als het beste voedsel is.

De wet van uw mond is mij beter dan duizenden stukken goud en zilver. (Ps. 119:72)

Ik verblijd mij over uw woord als iemand die rijke buit vindt. (Ps. 119:162)

Daarom heb ik uw geboden lief, meer dan goud, ja dan fijn goud; (Ps. 119:127)

Hoe aangenaam zijn uw redenen voor mijn verhemelte, meer dan honig voor mijn mond. (Ps. 119:103)

Het gebod zijner lippen deed ik niet wijken, in mijn binnenste verborg ik de woorden van zijn mond. (Job 23:12)

Zo vaak uw woorden gevonden werden, at ik ze op, uw woord was mij tot vreugde en blijdschap mijns harten; want uw naam is over mij uitgeroepen, HERE, God der heerscharen. (Jer. 15:16)

De conclusie is: 'Hoe lief heb ik uw wet! Zij is mijn overdenking de ganse dag' (Ps. 119:97).

John Piper in Vechten voor vreugde, blz. 113-114.