Het kruis: fundament van eeuwige vreugde

Ik ben weer wat aan het lezen en bladeren in John Piper's boek Vechten voor vreugde. Over dat boek heb ik al eens eerder geschreven. Vandaag wil ik graag iets citeren uit het hoofdstuk Strijden voor vreugde als een gerechtvaardigde zondaar. John Piper begint dat hoofdstuk als volgt:

Niets is fundamenteler voor de vreugde van onwaardige mensen dan het kruis van Jezus Christus. De strijd voor vreugde is een strijd om te begrijpen en ons te verwonderen over wat er gebeurde door de dood van Christus - en wat het onthult over onze lijdende Redder.

Onderdeel van die strijd is het besef dat wij zonder het kruis net als de mensen op de Titanic zijn, vlak voordat de ijsberg geraakt werd. We zouden ons niet bewust zijn van het gevaar dat ons te wachten staat. John Piper laat ook zien dat we niet zomaar op die Titanic zitten:

***

We zitten op een gedoemde Titanic vanwege onze zonden - wij allemaal, zonder uitzondering. 'Opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God' (Rom. 3:19). Het zondige schip van ons leven stevent af op eeuwige verwoesting vanwege Gods rechtvaardigheid en toorn. Zonder een Redder, dat is de realiteit die we uit ons hoofd moeten zien te houden om blij te zijn op de Titanic van deze wereld.

Dan gaat John Piper verder:

Maar we zijn niet zonder Redder. Jezus Christus is gekomen. En Hij is een grote Redder. Hij voorziet in elke nood die we hebben. En Zijn dood aan het kruis is de prijs die elk geschenk heeft betaald dat leidt tot diepe en blijvende vreugde.
Hangt ons toorn en vervloeking boven het hoofd?

Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt. (Gal. 3:13)

Worden wij veroordeeld in de rechtzaal van de hemel?

Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; 34 wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene (Rom. 8:33-34)

Worden er ontelbare zonden voor onze voeten geworpen?

En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade. (Ef. 1:7)

Is er rechtvaardigheid vereist die we niet bezitten?

Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem. (2 Kor. 5:21). Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van één zeer velen rechtvaardigen worden. (Rom. 5:19)

Wordt ons het eeuwige leven ontzegd?

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. (Joh. 3:16)

Zijn we gevangen in de zonden die ons leven verwoesten?

Die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven (1 Petr. 2:24). En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt. (2 Kor. 5:15)

Zullen alle fouten uit ons verleden bestraft worden met onherroepelijke, vernietigende consequenties?

Wij weten nu, dat [God] alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. (Rom. 8:28)

Hebben we alle goede dingen verloren die God voor Zijn kinderen gepland heeft?

Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? (Rom. 8:32)

Is er enige hoop dat zondaars zoals wij de eeuwigheid met God kunnen doorbrengen? Kan ik ooit bij God thuiskomen?

Want ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen (1 Petr. 3:18).

Wat heeft Jezus Christus ons op een geweldige manier gered toen Hij stierf en weer opstond! Dit allemaal en nog meer, heeft Jezus voor ons betaald door Zijn dood. Daarom is de kruisiging het fundament van alle oprechte en eeuwige vreugde.

John Piper in Vechten voor vreugde, blz. 72-74.