Schok van herkenning
>> donderdag 27 mei 2010
Tijdens de meivakantie heb ik Dorsvloer vol confetti van Franca Treur gelezen. Het boek gaat over Katalijne van ongeveer 12 jaar, die opgroeit in een streng reformatorisch boerengezin op Walcheren. Het speelt zich allemaal af zo eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Het boek geeft een kijkje in wereld die enerzijds ver van me afstaat, en anderzijds heel herkenbaar was. En het wonderlijke was dat ik meer geraakt was door alles wat ik wel herkende, dan door wat ik niet herkende.
Laat ik beginnen met een paar voorbeelden van dingen in het boek die ver van mij afstaan. Op een bepaald moment heeft een oudere broer van Katalijne verkering. Zijn vriendin is van een ander, 'zwaarder' kerkverband dan Katalijne's familie. Op een keer is die vriendin aanwezig tijdens een kerkdienst waar ook het Heilig Avondmaal gevierd wordt en ze ziet een aantal jonge vrouwen aangaan, die hun haar tot op de schouders hebben. Zelf heeft deze vriendin haar haar nog nooit geknipt; ze vindt dat niet kunnen, op bijbelse gronden. Ze merkt daarom op: 'Zij eten en drinken zichzelf zo toch een oordeel, door zo aan te gaan?'
Een ander voorbeeld is de opmerking van Katalijne's oma dat ze bijhoudt welke dominees Psalm 1 laten zingen. Die dominees krijgen dat steevast van haar te horen, omdat het in Psalm 1 teveel over de vroomheid van de mens zou gaan.
Verbazingwekkende opmerkingen naar mijn mening. Ik besef: het boek is fictie. Maar zou het ver van de werkelijkheid afstaan? Het roept bij mij de vraag op: Waar draait het voor die mensen in het geloof nou om? Om menselijke regels, of om wat God zegt? Ik zou met deze mensen het gesprek willen aangaan, met hen willen doorpraten om er achter te komen wat er in hun hart leeft.
En toch, zoals ik als schreef, was dit niet het meest schokkende.
In Dorsvloer vol confetti worden mooie woorden gesproken over geloof en kerk, maar tegelijk wordt er flink geroddeld over anderen, worden anderen afgekraakt, juist ook als ze niet passen binnen een bepaalde kerk-cultuur. Er wordt ruw gediscussieerd en met elkaar omgegaan. Er is sprake van een bepaalde hardheid. En hoewel de Bijbel en het geloof het leven van deze mensen enorm kleurt, ontbreekt bij de meeste personages het hart van het geloof, namelijk de liefde. Men blijft steken in uiterlijkheden, in vormen, in tradities, in meningen, maar het geloof werkt niet door in hun spreken over en hun omgaan met andere mensen.
En juist dat herken ik vanuit mijn eigen jeugd. Ik kom niet uit een boerengemeenschap, ook niet uit een reformatorisch milieu, maar wel uit een min of meer gesloten dorp, met een heel eigen karakter, met bepaalde eigen waarden en normen, met veel sociale controle, waar hard werken gemeengoed is en waar veel over de kerk (en vooral kerkverbanden) werd gesproken. Ik herinner me verjaardagen en bezoeken waarop flink werd geroddeld en heel wat werd afgekraakt. Er waren verhitte discussies over de kerk en dominees en wat wel of niet mocht op zondag, en over de kleur van het pak van een bepaalde ouderling of diaken.
Ik herinner me dat er eens passanten bij ons op zondagavond in de kerk kwamen. Ze hadden een korte broek aan en waren zomaar ergens gaan zitten. Onmiddellijk werden ze door enkele oudere mensen aangesproken: die korte broek kon niet en die plek was voor andere mensen bedoeld. Die passanten gingen weer weg en ik heb ze niet meer gezien.
Jezus zei: 'Een nieuw gebod geef Ik u, dat u elkaar liefhebt: zoals Ik u heb liefgehad, moet ook u elkaar liefhebben. Hieraan zullen allen weten dat u discipelen van Mij bent: als u liefde hebt onder elkaar' (Joh 13:34-35).
Grefo of Refo doet er wat dit betreft dus niet toe. Ja, ik geloof dat we elkaar zelfs hard nodig hebben. Maar het gaat uiteindelijk om ons hart, om onze gerichtheid op God en onze naaste. De boom moet goed zijn, voordat er goede vruchten komen. Dat kan alleen God ons geven.
Heer(e) Jezus Christus, ontferm U over ons, zondaren!
0 reactie(s):
Een reactie posten