Het zwaard dat de hebzucht dood
>> woensdag 19 september 2007
Gisteravond zat ik te lezen in het boek Toekomstige Genade van John Piper. Ik las hoofdstuk 17 dat als titel heeft: Geloof in de toekomstige genade versus hebzucht.
Graag wil ik het eind van dit hoofdstuk hier citeren. Als ik voor mezelf spreek dan onderschat ik hebzucht regelmatig. Ik vermoed dat we dat allemaal doen. Maar de Bijbel is heel duidelijk hierover. Kol. 3:5 (NBV) windt er geen doekjes om: 'hebzucht is afgoderij'. Laat dat eens goed tot je doordringen! Hebzucht is dus zonde, zowel tegen het eerste (U zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben) als tegen het laatste gebod (U zult niet begeren).
Als je goed 1 Tim. 6 leest dan valt op dat Paulus in vers 11 tegen Timoteüs zegt: 'vlucht voor deze dingen' (HSV). Met 'deze dingen' doelt Paulus op wat hij daarvoor in vers 9 schreef: 'Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.' Dit is precies waar wij in deze tijd en in deze maatschappij mee te maken hebben. Op TV, in de krant, in de reclamefolders - overal en allerlei manieren wordt ingespeeld op onze verlangens om te hebben en te krijgen: een nieuwe inrichting, een ander huis, een mooie auto, een nieuwe PC, een digitale camera, nieuwe kleren, een hogere rente. Het eigenlijke probleem zit niet in deze dingen, maar ze kunnen wel een verzoeking voor ons worden. Ons hart kan er niet goed mee omgaan. Paulus zegt daarom: Vlucht voor de 'dwaze en schadelijke begeerten' anders zink je weg in verderf en ondergang! Wees in plaats daarvan tevreden - in God.Wanneer je de hebzucht ziet aankomen (in een televisiereclame, of een kerstcatalogus, of een aankoop van de buurman), ren er dan van weg, zoals je zou wegrennen voor een brullende, uitgehongerde leeuw die uit de dierentuin is ontsnapt. Maar waar ren je dan naartoe?
Je rent naar het wapenarsenaal van het geloof en neemt vlug de gebedsmantel van Psalm 119:36 en slaat deze om je heen: 'Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag.' Met andere woorden: 'Schenk me de toekomstige genade van een sterke invloed op mijn hart, die me honger naar uw waarheid kan geven, want die kan de macht naar mijn honger van dingen verbreken.' Zonder de toekomstige genade van God, zullen onze harten geld najagen. We moeten bidden, dat Hij onze harten zal neigen tot zijn woord, waarin de overwinning op de hebzucht wordt beloofd.
Nadat we deze gebedsmantel hebben aangetrokken, moeten we snel twee zwaarden, een lang en een kort, uit de wapenrusting van Gods woord tevoorschijn halen, die door de Heilige Geest speciaal gemaakt zijn om de hebzucht te vellen. En we moeten bij de deur standhouden. Wanneer de leeuw van de hebzucht zijn dodelijke gezicht vertoont, laten we hem het korte zwaard zien, namelijk 1 Timoteüs 6:6: 'De godsvrucht brengt grote winst, indien zijn gepaard gaat met tevredenheid.'
We prediken dit aan onze ziel en werpen dit naar de aanvallende hebzucht. 'GROTE winst! Grote winst in godsvrucht met tevredenheid! Blijf waar je bent, leeuw van de hebzucht. Ik heb grote winst, wanneer ik tevreden in God rust. Hij is nu mijn rijkdom en zal dat ook tot het einde toe zijn. Dit is mijn geloof in de toekomstige genade. Wegwezen!'
Als de leeuw dan toch aanhoudt pak je het lange zwaard (Hebreeën 13:5-6): 'Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten. Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?' Vertrouwend op deze alles-verzadigende belofte van toekomstige genade, stoot je deze in de borst van de leeuw van de hebzucht. Je doet precies wat Paulus in Kolossenzen 3:5 zegt: 'Doodt de hebzucht.'
Broeders en zusters, alle hebzucht is ongeloof tegenover de toekomstige genade. Leer toch samen met mij hoe we het zwaard van de Geest kunnen gebruiken om de goede strijd van het geloof te strijden en de toekomstige genade van het eeuwige leven te kunnen grijpen!
John Piper in Toekomstige genade, blz. 208-209.
0 reactie(s):
Een reactie posten