Net zo verderfelijk
>> maandag 2 april 2007
Zij die zich willen verrijken, komen in verleiding en raken verstrikt in allerlei dwaze en kwalijke begeerten, die een mens in verderf en ondergang storten.
(1 Timotheüs 6:9 Willibrordvertaling)
Ik herinner me een paginagrote advertentie waarin reclame werd gemaakt voor een populaire bureaustoel. Het was een afbeelding van een man in een kantoor dat helemaal van pluche was. De kop ervan luidde als volgt: 'Zijn kostuums zijn op maat gemaakt. Zijn horloge is van massief goud. Zijn bureaustoel is een 'X'.' Onder de afbeelding van de man stond een citaat:John Piper in Verlangen naar God, hoofdstuk 7 - Geld, blz. 182.
Ik heb hard gewerkt en het is me voor de wind gegaan: mijn zaken lopen prima. Ik wil dat mijn kantoor mijn succes weerspiegelt en volgens mij is dat ook zo. Ik heb een stoel van 'X' uitgekozen. Die past bij mijn image. Als je dat niet kunt zeggen van je bureaustoel, wordt het dan niet eens tijd om ook in een 'X' te gaan zitten? Je hebt tenslotte lang genoeg zonder gezeten.
De filosofie van de weelde in dit soort advertenties zit ongeveer zo in elkaar: als je het verdient, moet je wel gek zijn om jezelf geen uiterlijke weelde te gunnen. Als 1 Timotheüs 6:9 klopt en je met je verlangen naar rijkdom in de valstrik van de satan trapt en ten onder gaat in de hel, dan is deze advertentie, waarin dat verlangen uitgebuit en gepromoot wordt, net zo verderfelijk als alles wat dagelijks te lezen staat in seksadvertenties in de grotere kranten.
0 reactie(s):
Een reactie posten